Goudvis / Carassius auratus

Linnaeus, 1758
Goudvis

Synoniemen
Cyprinus auratus.

Voorkomen
Ooorspronkelijk Oost-Europa tot in China, als kweekvis over de hele wereld verspreid.

Eerste import
De eerste import is niet meer vast te stellen, de eerste kweek vond echter in Nederland plaats in 1728.

Geslachtsonderscheid/ lengte
Mannetjes zijn wat slanker gebouwd dan vrouwtjes. In de paaitijd hebben mannetjes witte paaiuitslag op de kop en ten dele ook op de flanken. Bij mannetjes is de anaalvin concaaf (holrond), bij vrouwtjes convex (bolrond). Lengte: maximaal tot 36 cm.

Gedrag
Verdraagzame, weinig schuwe, uiterst sterke vis. Zwemhoogte in het aquarium of vijver: midden.
Aquariumeisen: Bodemgrond kan het beste bestaan uit middelgroot korrelig grint. Fijnbladige waterplanten zijn ongeschikt voor goudvisaquaria, omdat goudvissen graag in de bodem wroeten en daarmee stukken vuil blijven opwerpen die in de planten terechtkomen. Als decoratiematerialen kunnen kienhout, wortelhout, bamboe en steen zonder scherpe randen worden gebruikt. Het water moet helder en schoon zijn. Wekelijks water wisselen van ongeveer 25% van de inhoud wordt aanbevolen. Temperatuur: 10 – 20º C; aanbevolen minimumaquariumlengte: 80-100 cm.

Kweek
Ook in een huiskameraquarium is het kweken van goudvissen zeer goed mogelijk, hoewel het tegenwoordig niet vaak meer gebeurt. Men heeft daarvoor een groot aquarium nodig met kristalhelder water. Het water moet neutraal zijn (pH rond 7,0) bij temperaturen van 22º C. Aan de afzetting van de eieren gaat een uitgebreid baltsspel vooraf. Vaak worden 1000 eieren of meer afgezet. Na vijf dagen beginnen de eieren uit te komen. De jonge visjes kunnen met fijn levend voer worden opgefokt. Aanvankelijk zijn de jongen grijsgroen en pas na acht maanden beginnen de jongen te kleuren.

Voer
Goudvissen zijn alleseters. Ze eten levend en droogvoer, en in grote hoeveelheden. Het proteïnegehalte mag niet te hoog zijn, bij voorkeur onder de 30%.

Geschikt voor
Beginnersvis.

Bijzonderheden
Mensen hebben uit de goudvis talrijke kweekvormen ontwikkeld. Bekende varianten zijn o.a. sluierstaart, shubunkin, komeet, leeuwenkop, oranda, telescoop, hemelkijker, blaasoog, parelschub, etc.

Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984.