Antennebaarsje / Microgeophagus ramirezi
Myers & Harry, 1948
Antennebaarsje, ramirezi, papegaaicichlide
Synoniemen
Apistogramma ramirezi, Papiliochromis ramirezi.
Voorkomen
Westelijk Venezuela, Colombia. Zeer veel nagekweekt. Soms worden daarbij degeneratieverschijnselen vastgesteld: dwerggroei, verbleekte kleuren.
Eerste import
1948.
Geslachtsonderscheid/ lengte
De geslachten zijn goed te onderscheiden: bij vrouwtjes verschijnt kort voor het afzetten een korte legbuis en een roodkleuring op de buik, bij mannetjes zijn de voorste twee rugvinstralen sterk verlengd. Lengte: tot 7 cm.
Gedrag
Antennebaarsjes leven paarsgewijze en zijn verdraagzaam ten opzichte van elkaar en andere vissen. Beide ouders verzorgen het jongbroed, zonder specifieke rolverdeling daarbij. Zwemhoogte in het aquarium: midden en bodem.
Aquariumeisen
Aquariuminrichting met verschillende dichte plantengroepen, vrije zwemruimten en schuilmogelijkheden (holen). Temperatuur: 22 – 26º C; aanbevolen minimumaquariumlengte: 50 cm.
Kweek
Voor kweek zijn hogere temperaturen nodig: 26 – 27º C. Het water moet zachtzuur zijn, maximaal 10º dGH, maar beter is 3º dGH en pH 6,5-7,0. Het is aan te bevelen te filteren over turf of om wat turfextract aan het water toe te voegen. De 150 tot 200 eieren worden vaak op stenen afgezet. De jongen zijn goed op te kweken met pekelkreeftjes.
Voer
Antennebaarsjes zijn makkelijke eters, ze eten graag levend voer, maar ook diepvries- en vlokkenvoer.
Geschikt voor
Antennebaarsjes zijn vissen voor gevorderde liefhebbers.
Bijzonderheden
Antennebaarsjes zijn uiterst gevoelig voor chemicaliën in het water (voorzichtig met waterwisselingen), overzetten naar andere aquaria en voor vistuberculose. Met een levensverwachting van twee tot drie jaar worden ze niet erg oud.
Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984