Paludarium
Droog terrarium
Slangen terrarium
Algemene tips

Paludarium

In een paludarium of tropisch-regenwoudterrarium wordt een vochtige omgeving nagebootst waarin vooral salamanders, kikkers en andere dieren die in en rond het water of in hoge luchtvochtigheid leven zich thuis voelen. Er is altijd een relatief klein water- (poel) en een groter landgedeelte met plantengroei aanwezig.

Droog terrarium

In een droog terrarium, die bijvoorbeeld een woestijn-, steppe- of savanne-omgeving nabootst, worden met name een aantal slangen en hagedissensoorten gehouden.

Slangen terrarium

Ieder slangenterrarium moet aan enkele standaarduitgangspunten voldoen:
– voldoende ruimte voor de desbetreffende slang,
– minimaal moet er één warmtebron (grondverwarming of spotlamp) aanwezig zijn,
– het terrarium moet ontsnappingsvrij zijn (muizen en ratten moeten niet door de ventilatieroosters kunnen knagen),
– het moet goed te reinigen zijn.
Voor de doe-het-zelver is een terrarium goed te maken. Een voorbeeld zien en enige creativiteit is meestal voldoende om zelf een goed terrarium te maken. Thamnophis-soorten kunnen heel goed in een terrarium van 40 x 40 x 80 cm (l x b x h). Ze hebben een groot waterbassin nodig, van minstens 30 x 30 cm en zullen hier veel gebruik van maken. Het zijn viseters, die er vrij eenvoudig aan wennen om filet te eten. Gedurende enkele maanden moeten deze dieren in winterrust worden gehouden bij een temperatuur van circa 7 graden Celsius. Dit kan het beste in het groentevak van de koelkast. Hiervoor kan men het beste de mannen en vrouwen afzonderen van elkaar (bijvoorbeeld in diepvriesbakjes – denk om voldoende zuurstoftoevoer!).
Rattenslangen vereisen een groter terrarium (Elaphe guttata kan ook in het boven omschreven terrarium) bijvoorbeeld 100 x 60 x 100 cm (l x b x h). Ze eten muizen en de volwassen Elaphe obsoleta quadrivitatta is zelfs in staat een volwassen rat te verorberen. Ook deze dieren moeten in winterrust gaan op de boven beschreven wijze (denk er aan, dat de bodembedekking niet vochtig mag zijn). De warmtebron kan voor beide soorten bestaan uit een grondverwarming van 20 Watt die door een thermostaat voor een plaatselijke temperatuur van 29 graden Celsius zorgt, en een spotlamp van 60 W die een voor de slangen bereikbare plaats verwarmt tot zo’n 34 graden Celsius. De verwarming kan aan gedurende twaalf uur per dag. De schuilplaats kan een stuk hout of een omgekeerde bloempot zijn, waarbij in het laatste geval het gat in de bodem van de pot als toegang dient.

Algemene tips

Het is van belang dat de dieren niet kunnen ontsnappen of door andere dieren aangevallen kunnen worden. In het algemeen moet er voor voldoende schuilmogelijkheden worden gezorgd omdat de meeste reptielen behoefte hebben aan een schuilplaats. Dit kan een stuk hout of een omgekeerde bloempot met een opening zijn.
Een terrarium staat bij voorkeur op een rustige plaats, trillingvrij en niet direct in het zonlicht. De afmetingen zijn afhankelijk van het soort en aantal te houden dieren. De bak moet ontsnappingsvrij zijn, ook voor eventuele voedseldieren, maar wel een voldoende grote ventilatieopening bevatten. Muizen en ratten mogen niet door de ventilatieroosters kunnen knagen. Bij landschildpadden uit subtropische en gematigde gebieden mag de bovenkant van het verblijf open zijn.
Houd bij de aanschaf van een terrarium rekening met de grootte van de dieren nadat die volgroeid zijn.
In een aqua-aquarium is altijd een zogenaamd ‘paludarium’ aanwezig, een klein ondiep watergedeelte dat een moeras nabootst. Vaak worden reptielen, ook vanwege de hygiëne, op een gladde bodem gehouden of op kranten. Andere dieren hebben echter de behoefte om in zand (woestijndieren) of mos (spagnum), bladeren of humus te kruipen. De dieren mogen zichzelf niet beschadigen aan ruwe oppervlakten, scherpe stenen of takken.
Reptielen en amfibieën zijn zogenaamde ‘koudbloedige dieren’. Dat betekent dat de dieren geen eigen lichaamswarmte produceren en vooral voor reptielen is voor een goed functioneren is een optimale lichaamstemperatuur noodzakelijk. Als reptielen te koud worden gehouden, verminderen uiteindelijk de lichaamsfuncties en wordt er minder gegeten. Uiteindelijk vermageren de dieren, neemt de weerstand af waardoor ze gevoeliger worden voor ziekten waaraan ze kunnen sterven. De warmte moet daarom van buitenaf komen, bijvoorbeeld van de zon, een warmte ultraviolette lamp of een verwarmingselement. De dieren warmen op door op of onder een warmtebron te “zonnebaden”. Plaats het terrarium echter nooit in de volle zon! Er kunnen dan zeer snelle en gevaarlijke temperatuursstijgingen optreden. Om verbranding te voorkomen moet ervoor gezorgd worden dat de dieren niet met een warmtelamp in contact kunnen komen. Van nature houden reptielen die afkomstig zijn uit gematigde streken een winterslaap, maar in gevangenschap is dit niet strikt noodzakelijk.
De temperatuur en luchtvochtigheid is afhankelijk van de biotoop waarin de dieren oorspronkelijk leven. De luchtvochtigheid is belangrijk voor de conditie van de huid en het vervellen. Verder is de gezondheid van de luchtwegen deels hiervan afhankelijk naast voldoende ventilatie. Wanneer een hoge luchtvochtigheid vereist is, kan er dagelijks meerdere keren met een plantenspuit gesproeid worden of een luchtbevochtiger geïnstalleerd worden. Voor de voortplanting is bij bepaalde soorten de hoeveelheid licht ofwel de lichtintensiteit en de daglengte van belang.