Agressie
Agressie kan verschillende vormen aannemen. De meeste mensen denken bij een agressieve kat aan een gevaarlijk dier wat met tanden en klauwen enorme schade aan kan brengen. Een kat die blaast naar zijn huisgenoot vertoont echter ook agressie, net als een kat die zijn huisgenoot langdurig aanstaart.
Hoe ziet agressie eruit?
Alle katten kunnen agressie vertonen, of het nu dreigen of daadwerkelijk aanvallen is. Toch zijn katten over het algemeen conflictvermijdend van aard; zij zullen ongewenste situaties liever ontlopen dan openlijk agressie inzetten. Het inzetten van agressie om een bepaald doel te bereiken kan de kat controle geven over zijn omgeving. Ondanks dat het gedrag voor de kat functioneel kan zijn, is het belangrijk om te checken of de agressie stress en angst met zich meebrengt (voor de kat zelf maar ook voor de omstanders/slachtoffers). Agressie verergert vaak, dus ook het vertonen van dreiggedrag zoals blazen is een teken dat een kat het stadium van ‘conflictvermijden’ is gepasseerd.
Hieronder staan een aantal belangrijke gedragingen die door verschillende deskundigen worden benoemd als gedragselementen (gedragingen) die horen bij agressie:
• Blazen
• Grommen
• Janken
• Krijsen
• Sissen
• Spugen
• Fixeren (langdurig ononderbroken aanstaren/oogcontact)
• Uithalen/slaan met poot (versnelde beweging, meestal met nagels)
• Bijten (of poging tot bijten)
• Vechten
Als een kat een of meer van bovenstaande gedragingen vertoont, is er in de meeste gevallen sprake van agressie. Het is echter altijd belangrijk om het gedrag in de bijbehorende situatie te bekijken. Sommige van bovengenoemde gedragingen zijn uitingen van agressie, maar kunnen in een andere situatie samengaan met ander gedrag en hebben dan een andere betekenis. Zo is bijten een gedraging die bij agressie kan horen. Bijten is echter ook gedrag wat een jonge kat kan uitvoeren als hij op een kleedje kauwt. Dit bijten zal gepaard gaan met een andere houding en andere gedragingen dan een kat die bijt omdat hij pijn heeft en op de pijnlijke plek aangeraakt wordt. Als we een gedraging van een kat juist willen benoemen dan is het dus belangrijk om ook te kijken naar de andere gedragingen die de kat vertoont en daarbij de lichaamstaal niet te vergeten.
Bepaalde uitingen van agressie worden gelinkt aan de motivatie van de kat. Zo worden de vocalisaties krijsen, janken, grommen en grauwen meer gezien bij offensieve agressie; agressie die ingezet wordt door (overwegend zekere) katten die een belangrijke bron willen behouden. Blazen, spugen en sissen daarentegen worden meer gezien bij defensieve agressie;agressie die ingezet wordt door katten die zichzelf (moeten) verdedigen om een bedreiging op afstand te houden en waarbij angst aanwezig is.
Vormen van agressie
Agressie kan worden ingedeeld in verschillende categorieën. Sommige deskundigen delen de agressie in naar het doelwit (agressie naar mensen of katten), anderen delen agressie in naar de achterliggende motivatie van het dier (territoriale agressie bijvoorbeeld). Deskundigen hanteren niet altijd dezelfde definities. Hieronder worden de agressievormen beschreven die door de meeste deskundigen gehanteerd worden.
Territoriale agressie
Katten zijn territoriaal van aard. Een territorium is een afgebakend gebied dat katten verdedigen tegen indringers. Katten bakenen hun territorium af door het lopen van patrouilles en door middel van geurmarkeringen (zoals sproeien, krabben, et cetera). Het doelwit van territoriale agressie zijn meestal andere katten, het kunnen echter ook honden of mensen zijn. Over het algemeen zal de kat die territoriale agressie vertoont zelf initiatief tonen door zich offensief opstellen om de indringer uit zijn gebied te jagen. Dat wil niet zeggen dat er geen tekenen van angst zichtbaar kunnen zijn bij territoriale agressie. De boven beschreven gedragselementen van agressie kunnen allen voorkomen bij deze vorm, met name alle vocalisaties.
De neiging om het territorium te verdedigen verschilt per kat. Territoriale agressie komt vaker voor bij seksueel volwassen katten (>7 maanden) en sociaal volwassen katten (>2 jaar). Katers hebben de neiging grotere territoria te verdedigen. Poezen verdedigen meestal een kleiner gebied, maar zij doen dit wel heftiger dan katers. Het komt vaker voor bij intacte katten, vooral tijdens het paarseizoen. In de vroege ochtend en de avond komt de agressie het vaakst voor, dit kan komen doordat katten vaker buiten zijn op dit tijdstip, mogelijk door de activiteit van prooidieren. Territoriale agressie is een veelvoorkomende vorm van agressie tussen katten onderling, met name tussen buurtkatten.
Spelagressie
Spelagressie is een normaal onderdeel van spelgedrag waarbij de kat agressieve gedragingen vertoont richting andere katten in huis of mensen. Spelagressie wordt meestal gezien bij kittens en jonge katten. Tijdens het spel worden allerlei gedragingen gezien die katten tijdens de jacht vertonen, zoals besluipen, achtervolgen en vastgrijpen van dingen die bewegen. Tijdens het spel oefenen jonge katten ook gedragingen en houdingen die zichtbaar zijn tijdens echte conflicten met andere katten, zoals het aannemen van een dreigende houding, slaan, worstelen, bijten en vechten. Meestal is het spelgedrag geremd, waarbij de kat zijn nagels ingetrokken houdt en zachtjes bijt. Spelagressie kan ook minder geremd zijn waardoor katten verwondingen kunnen veroorzaken. Dit komt vooral voor als kittens hun spelreacties niet leren matigen; het kitten speelt dan te ruw, gebruikt zijn klauwen en bijt ongecontroleerd. Er wordt verondersteld dat spel met soortgenoten in de kittenperiode tussen + 4 tot 14 weken relevant is voor het leren matigen van spelreacties. Eigenaren kunnen bijdragen aan spelagressie door te spelen met handen en voeten en door hard bijten te stimuleren in spel. Verveling speelt tevens een rol in het escaleren van spelagressie naar mensen en dieren. Naarmate katten ouder worden, kan het spelgedrag uitlopen op echte conflicten. Als interacties tussen katten escaleren tot een conflict dan is er op dat moment geen sprake meer van spel(agressie) meer.
Bij spelagressie maakt de kat zelden geluid waardoor het zich onderscheidt van andere vormen van agressie waarbij ook gekrabd en gebeten wordt. Als spelagressie leidt tot verwondingen of angst bij de ‘slachtoffers’, is het belangrijk om iets aan het gedrag te doen. Hoe langer een jonge kat serieuze spelagressie vertoont, hoe groter de kans dat hij op volwassen leeftijd andere vormen van agressie gaat vertonen. Fysieke straf verergert de situatie meestal.
Omdat spelagressie gedragingen bevat die horen bij prooigedrag, wordt door sommige deskundigen de hierboven beschreven ‘ongeremde spelagressie’ prooiagressie genoemd. Hier wordt het onderscheid aangehouden tussen spelagressie en misplaatst prooivangstgedrag.
Misplaatst prooivangstgedrag
Prooiagressie verschilt significant van andere vormen van agressie die ingezet worden om te intimideren of bedreigen. Het vertonen van prooigedrag heeft te maken met de jacht op en het doden van een prooidier. De kat vertoont deze prooigedragingen in een vaste volgorde (gedragsketen): loeren – besluipen – achtervolgen – vangen – bijten – doden – (eten).
Er wordt geen geluid bij gemaakt en er zijn geen lichaamshoudingen of andere gedragingen die horen bij agressie zoals boven benoemd. Het jagen op vogels en muizen is in hoge mate instinctief en moeilijk om te veranderen. Puur prooivangstgedrag richting mensen is zeldzaam, in tegenstelling tot spelgerelateerd prooigedrag zoals hierboven beschreven als spelagressie. Omdat intimidatie en bedreigen geen rol speelt in prooigedrag, noemen we dit gedrag liever geen agressie, maar ‘misplaatst prooivangstgedrag’ indien een kat zijn prooigedrag richt op mensen of andere dieren. Bij het vertonen van prooigedrag is er weinig opwinding/emotie bij de kat aanwezig. Het komt vooral voor bij katten die binnen gehouden worden en geen uitlaatklep hebben om hun prooi-instincten ‘kwijt’ te kunnen.
Spelagressie) is gematigder (geen tot weinig verwondingen door geremd bijten of geremd slaan)en het prooigedrag als onderdeel van spel wordt vaak afgewisseld met ander gedrag (bijvoorbeeld dreiggedrag) dus de kat doorloopt niet de gedragsketen in zijn gehele volgorde.
Redirectie- agressie
Een groot deel van de agressie door volwassen katten gericht naar mensen wordt veroorzaakt door omgerichte agressie, oftewel redirectieagressie. Deze vorm van agressie vindt plaats als een kat zijn agressieve gedrag niet kan uitvoeren naar zijn primaire doel (bijvoorbeeld de kat in de tuin die hij wil wegjagen), maar ‘zich afreageert’ op een kat of persoon die in de buurt aanwezig is. Alle prikkels die bij de kat een agressieve opwinding kunnen veroorzaken, kunnen leiden tot redirectieagressie: het zien, horen of ruiken van een andere kat, het horen van rare geluiden, het ruiken van bepaalde geuren. Het is vaak de oorzaak van conflicten tussen katten in huis waar het goed tussen ging. De kat laat bij redirectie-agressie niet alleen gedragingen zien die bij agressie horen, er zijn meestal allerlei tekenen van opwinding zoals een zwiepende staart, opgezette haren, grote pupillen. Katten kunnen lang in een opgewonden toestand blijven waardoor de relatie met de oorspronkelijke aanleiding van agressie niet meer zichtbaar is. Hierdoor denken eigenaren dat de aanval ‘zonder reden’ was.
Redirectie-agressie kan heel heftig zijn en ernstige verwondingen veroorzaken. Vaak spelen andere vormen van agressie tevens een rol.
Frustratiegerelateerde agressie
Deze vorm van agressie ontstaat als uiting van frustratie, waarbij de kat gemotiveerd is om bepaald gedrag te vertonen maar dit niet kan uitvoeren omdat hij daarin belemmerd wordt. Het kan ook zijn dat een kat een bepaalde verwachting heeft, maar dat de situatie niet voldoet aan zijn verwachting. Een voorbeeld van frustratiegerelateerde agressie is een kat die zijn eigenaar naar de achterdeur ziet lopen, verwacht dat hij naar buiten gelaten wordt en reageert met agressie vanuit zijn frustratie als blijkt dat de eigenaar alleen het zonnescherm naar beneden laat en hij binnen moet blijven. . Het is opvallend dat redirectie-agressie overeenkomsten heeft met frustratiegerelateerde agressie. Uit nader literatuuronderzoek blijkt dat verschillende auteurs of redirectie-agressie beschrijven in hun lijst van vormen van agressie, of frustratiegerelateerde agressie benoemen. De termen zijn echter niet geheel gelijk aan elkaar. Frustratie kan namelijk ook gericht worden op degene die het veroorzaakt , of net als bij redirectie-agressie, gericht worden op een ander doel. Frustratie kan ook optreden als de kat nog niet in een motivatie van agressie zit, maar door de belemmering is agressie wel een mogelijke reactie. Bij redirectie-agressie wordt verondersteld dat de kat reeds in een toestand van agressie zit, en ditzelfde op een ander doel richt.
Het speenproces bij kittens speelt mogelijk een rol in het leren omgaan met frustratie en het voorkomen van frustratiegerelateerde agressie. Het leren omgaan met frustratie leert een kitten al in zijn vroege leven als de moeder de melktoegang af en toe gaat ontzeggen (start ongeveer 3-5 weken). Vooral bij flessenkittens, die door extra hantering wel mensgericht zijn maar dit proces gemist hebben, wordt beschreven dat ze snel van stemming kunnen veranderen en reactief en agressief naar hun eigenaren kunnen reageren.
Angst of defensieve agressie
Wanneer een angstige kat zich in het nauw gedreven voelt, kan hij agressie in gaan zetten om uit de benarde situatie te komen. Angstagressie is te herkennen aan de lichaamstaal: oren plat naar het hoofd, grote pupillen, lichaam laag bij de grond, terugdeinzen van datgene wat angst veroorzaakt en vaak opgezette haren. De kat vertoont gedragingen die defensief zijn en gericht zijn om zichzelf te verdedigen (zoals blazen, sissen, slaan, krabben). Als katten enorm angstig zijn kunnen ze ook hun blaas, darmen en anaalklieren legen. Naarmate de kat meer leerervaringen heeft kan het zijn dat aan zijn lichaamstaal niet meer goed te zien is dat hij angstig is/was.
Een beperkte socialisatie is een veel voorkomende oorzaak voor het angstig reageren op omgevingsprikkels en het snel overgaan tot angstagressie. Onjuist straffen is tevens een oorzaak waardoor angstagressie naar mensen ontstaat. De prognose van angstagressie is beter als het probleem van korte duur is, ontstaan is op volwassen leeftijd, de mate van agressie niet te heftig is en de angst (tijdelijk) vermeden kan worden.
Angstagressie zegt alleen iets over het feit dat de kat angstig is en zich bedreigd voelt. Het is belangrijk om te realiseren dat bij andere vormen van agressie ook angsthoudingen en gedragingen zichtbaar kunnen zijn, zoals bij pijnagressie of territoriale agressie. De laatste twee vormen van agressie geven een betere verklaring voor de motivatie van de kat om agressie te vertonen.
Onder dit kopje wordt angstagressie en defensieve agressie samengenomen, dit doen echter niet alle deskundigen. Men zou namelijk kunnen redeneren dat de term defensieve agressie duidelijker aangeeft dat het de reactie is van een kat die zichzelf (moet) verdedigen om de bedreiging op afstand te houden, waarbij angst logischerwijs aanwezig is (maar de gradatie verschilt). Angstagressie daarentegen zegt dat de kat agressie inzet omdat hij angstig is, maar geeft meer ruimte aan toepassing in de praktijk omdat veel angstige katten ook agressie inzetten als ze wel de optie hebben om te vluchten.
Maternale agressie
Deze vorm van agressie wordt vertoond door een moederdier dat haar kitten(s) wil beschermen waarbij alle mogelijke agressieve gedragingen getoond kunnen worden. Hormonale invloed speelt een rol in deze vorm van agressie, die meestal wordt vertoond in aanwezigheid van de kittens. Sommige bronnen vermelden dat de agressie al op kan treden voor de geboorte van de kittens. De agressie wordt meestal getoond naar onbekende individuen, of naar bekende katers. De agressie stopt vaak wanneer de kittens groter zijn, er wordt echter geen specifieke periode aangegeven. Als de moeder goed gesocialiseerd is, is de prognose goed; nadat de kittens weg zijn en de hormoonhuishouding weer normaal is verdwijnt het agressieve gedrag meestal. Indien andere factoren tevens een rol spelen kan het gedrag moeilijker hertrainbaar zijn; bijvoorbeeld bij slecht gesocialiseerde katten en territoriale katten. Advies van een gedragsdeskundige is dan belangrijk, zeker omdat de agressie bij deze poezen zeer hevig kan zijn.
Pijnagressie
Bij deze vorm reageert de kat met agressie op naderen en aanraken als hij pijn ervaart. Deze vorm van agressie kan ook ontstaan als er aan de haren van de kat wordt getrokken, op de staart wordt gestapt, of bij fysiek straffen. Pijn wekt een defensieve agressie op, dat wil zeggen dat er gedragingen en houdingen passend bij angst te zien zijn in de reactie.
Bij twijfel is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Het is van belang om de oorzaak, de pijn, zo snel mogelijk te behandelen. Katten kunnen namelijk in korte tijd leren dat de agressie werkt om de pijn te stoppen/voorkomen. Hierdoor kan de kat in de toekomst agressie gaan vertonen in soortgelijke situaties wanneer er geen sprake is van pijn. Als er wordt verwacht dat de kat agressie vertoont door pijn is pijnstilling (door een dierenarts voorgeschreven) aan te raden. Als een dierenarts constateert dat de agressie niet ontstaan is door een fysieke oorzaak, kan een gedragstherapeut verder helpen.
Sommige bronnen benoemen ook wel de vorm irritatie agressie. Het dier is, omdat hij fysiek niet in orde is (door ziekte), sneller geïrriteerd en agressief op allerlei prikkels (nadering, aanraking door kat of mens). Het wordt niet direct gelijkgesteld aan pijnagressie, irritatie agressie treedt op bij verminderde tolerantie door een lichamelijk probleem, er hoeft dus geen pijn te zijn bij aanraking.
Aaiagressie
De term aaiagressie wordt gehanteerd bij katten die wel van aandacht houden en ook zelf contact zoeken maar bijten als ze (te lang) geaaid worden. De reden waarom katten dit gedrag vertonen is nog niet onderzocht, er zijn wel een aantal veronderstellingen. Het lijkt erop dat er door een bepaalde tijdsduur van aaien een fysieke drempel bij de kat wordt bereikt waarbij de kat teveel tactiele stimulatie heeft gehad; zijn tolerantiedrempel wordt overschreden en hij reageert met agressie om het aaien te stoppen. Veel katten verlaten de schoot van de eigenaar direct erna.
Naast bijtgedrag wordt blazen als waarschuwing waargenomen. De eigenaar kan de spanning zien opbouwen bij de kat door een toename in het zwiepen met de staart en verandering van de oorstand. Op tijd stoppen is dus een belangrijk advies bij het voorkomen van deze vorm van agressie.
Een alternatieve verklaring kan liggen in de behoefte om bepaalde zaken te willen controleren; de kat die graag het begin en eind van een interactie met de eigenaar bepaalt. Natuurlijk speelt conditionering (een leerproces) een grote rol in het gedrag van de kat; de kat leert na een aantal keren al hoe hij de situatie kan beïnvloeden en herhaalt daarom zijn gedrag. Deze alternatieve verklaring heeft overeenkomsten met de hieronder beschreven statusagressie, waarbij het gedrag verder is uitgebreid naar allerlei situaties waarin de kat controle wil hebben. Zelfs irritatie agressie zou nog een verklaring kunnen zijn voor dit gedrag; door het ervaren van een lichamelijke onprettige sensatie reageert de kat plots met dreiggedrag of bijt hij direct.
De prognose voor het verbeteren van het gedrag ligt aan de duur van het ongewenste gedrag, de drempel van de kat waarin zijn gedrag ‘omslaat’ en het geduld van de eigenaar. Jonge kinderen lopen meer risico omdat zij de signalen niet kunnen ‘lezen’.
Interkat agressie
Deze vorm van agressie lijkt nogal breed; het betreft agressie tussen katten onderling. De betekenis wordt door de verschillende bronnen anders ingevuld. Sommige deskundigen passen deze vorm van agressie vooral toe bij katten die bekend met elkaar zijn/ met elkaar samenleven. De agressie ontstaat dan vooral wanneer een kat sociaal volwassen wordt (2-4 jaar) en heeft vooral te maken met de groepsdynamiek/ sociale status waarin deze katten samenleven. Sociale volwassenheid kan de behoeften van de kat voor een eigen territorium of eigen belangrijke bronnen verhogen, en dus de tolerantie om ze te delen met andere katten verlagen, zeker als deze andere katten niet tot dezelfde sociale groep behoren (een sociale groep bestaat bij katten vaak uit familieleden).
Onder interkat agressie wordt tevens de agressie tussen katers onderling besproken; met name voor intacte katers die samenleven met poezen is het belangrijk om duidelijk te maken wie toegang tot de poezen heeft. Zo zouden in huishoudens waar katers met poezen worden gehouden, meer kans op vechten en sproeien zijn, dan in huishoudens met alleen katers. Agressie tussen intacte katers onderling ontstaat vaak bij het bereiken van de volwassenheid en heeft een relatie met het verhoogde testosteronniveau en het voortplantingsseizoen, zowel naar katers binnen het huishouden als daarbuiten.
Ondanks dat de definitie van interkat agressie niet eenduidig is, kan er in het algemeen gezegd worden dat de classificatie van deze vorm van agressie vooral ligt in het soorteigen gedrag van de kat waarbij voortplanting en sociale status een rol spelen. Het is dus vooral hormoongerelateerd waardoor de definitie complexer wordt als het gecastreerde dieren betreft.
Veel conflicten tussen katten onderling kunnen door een andere vorm van agressie verklaard worden; zoals redirectie-agressie, territoriale agressie, maternale agressie, offensieve agressie, defensieve agressie en pijnagressie. Katten die niet goed gesocialiseerd zijn op soortgenoten vertonen tevens meer agressie in kattengroepen.
Een ander punt van kritiek op deze classificatie van agressie geldt tevens voor de onderstaande agressievorm; statusagressie. Onder deskundigen wordt namelijk de discussie gevoerd of sociale hiërarchie wel een rol speelt in kattengroepen. Katten leven meestal niet in strikte hiërarchische sociale groepen en ze zijn om deze reden niet zoveel bezig met het handhaven van een sociale status en sociale relaties. Het is dan ook niet zo aannemelijk dat om deze reden agressie ontstaat. Competitie over bronnen is een belangrijke alternatieve verklaring. In het Engels worden bronnen ‘resources’ genoemd, zoals etensplaatsen, ligplaatsen, kattenbakken. Het vertonen van agressie om controle te behouden over belangrijke bronnen wordt resource-related aggression genoemd. Ook als er een kat uit de groep overlijd, kunnen er conflicten ontstaan door een veranderde competitie over de bronnen.
Kortom, de term interkat agressie is vrij breed en meestal kan een andere vorm van agressie het gedrag beter verklaren.
Statusagressie
De term statusagressie doet denken aan een vorm van agressie waarbij de sociale status van de kat een rol speelt. De term ‘status’ wordt echter bediscussieerd om redenen zoals hierboven benoemd. In de meest recente beschrijvingen over statusagressie gaat het vooral om katten die aanvallen of bijten om controle over de situatie te krijgen. Ze tonen deze agressievorm door te bijten of de dreigen als de eigenaar iets met de kat wil doen. De katten bijten tijdens het aaien, bij het optillen, bij benaderen, tijdens spelen of als de eigenaar de kat ergens af wil halen. Zo wil het dier controle hebben/behouden over de situatie. De kat probeert de omgeving te controleren door deuren te blokkeren en zich niet laten verwijderen als hij dat niet wil. Sommige katten zijn veeleisend in het vragen van aandacht, anderen zijn op zichzelf. Ze kunnen agressiemijdend zijn naar gezinsleden die wel controle over de kat hebben. Een dergelijke kat kan gevaarlijk zijn omdat er al veel leermomenten zijn geweest.
Statusagressie hoeft volgens sommige bronnen niet alleen gericht te zijn naar mensen maar kan ook plaatsvinden naar katten in hetzelfde huishouden. De diagnose statusagressie is moeilijk te stellen omdat het niet eenduidig is omschreven in de literatuur en omdat deze katten vaak ook andere vormen van agressie vertonen. Vaak gaat het om zelfverzekerde katten, dus worden er geen defensieve uitingen van agressie verwacht.
Idiopathische agressie
Dit is de categorie waarin agressie wordt geplaatst die onvoorspelbaar is en waarvan de oorzaak onbekend is. Deze vorm wordt alleen aan de katten toegekend die helemaal zijn onderzocht door een dierarts en gedragstherapeut zonder dat er iets verklaard kan worden. Deze katten kunnen gevaarlijk zijn vanwege de combinatie van onvoorspelbaarheid en bijten.
Veranderen van ongewenst gedrag
Agressie is vaak complex probleemgedrag waarbij verschillende oorzaken een rol spelen. Als het agressieve gedrag van de kat veranderd moet worden, is het belangrijk om te bepalen welke vorm van agressie de kat vertoont. Het toepassen van algemene adviezen die gericht zijn op een verkeerde vorm van agressie kunnen het probleem onbedoeld escaleren. Er wordt geadviseerd om niet te lang te wachten om deskundige hulp in te schakelen; laat lichamelijke oorzaken uitsluiten door een dierenarts en laat de dierenarts indien nodig doorverwijzen naar een ervaren gediplomeerd kattengedragstherapeut.
NORMBLADEN PVH (GIDSEN VOOR GOEDE PRAKTIJKEN) in pdf
GGP agressie bij katten
Bron
Beaver, Feline Behavior 2nd edition 1992
Bowen and Heath, Behaviour Problems in Small Animals, 2005
Budiansky, The Character of Cats 2003
Horwitz & Neilson, Blackwell’s Five-Minute Veterinary Consult: Canine and Feline Behavior, 2007
Landsberg, Hunthausen, Ackerman, Handbook of Behavior Problems of the Dog and the Cat, 2003
Overall, Clinical Behavioral Medicine for small animals, 1997
Schmidt, Verhalenstherapie der Katze, 2003
Tinley Opleiding tot Kattengedragstherapeut, Module 1 Kat, auteur drs. E. Teygeler 2010,
met dank aan Tinley gedragstherapeuten.
Welfare of Cats – Edited by Irene Rochlitz 2005
Eline Teygeler
Tinley gedragstherapeut voor dieren