Muis
- Algemeen
- Biologie
- Oriëntatie vooraf
- Benodigdheden
- Voeding
- Huisvesting
- Gezondheid en ziektes
- Voortplanting
- Gedrag
- Vakantie
- Afstandsdieren
- Wetgeving
- Organisaties
- Bibliotheek
- Rassen
- Houderij Richtlijnen Kleur muis
Algemeen
Mensen houden al zeker drieduizend jaar muizen. De eerste beschrijvingen daarover komen we tegen in een Chinees woordenboek uit 1100 voor Christus, waarin zelfs de fok en de verschillende kleuren zijn vermeld. In het klassieke Griekenland werden muizen gehouden om wijsheid te vergaren of de toekomst te voorspellen.
De tamme muis die wij als huisdier kennen, stamt af van de huismuis en wordt ook wel kleurmuis genoemd. Deze toepasselijke naam heeft dit huisdier te danken aan het grote scala van kleuren waarin ze tegenwoordig gefokt worden. Behalve op enkele geïsoleerde eilanden komt de muis overal ter wereld voor. Hij heeft een groot aanpassingsvermogen en leeft graag in de omgeving van mensen. En niet op de laatste plaats: muizen zijn gemakkelijk als huisdier te houden.
Biologie
Muizen zijn nachtdieren die in korte periodes rust en activiteit met elkaar afwisselen. In de schemering en de eerste helft van de nacht zijn zij het meest actief. Overdag verschuilen zij zich in hun nest. Ze kunnen buitengewoon goed klimmen en zwemmen en zijn uiterst snel en beweeglijk. Muizen leven in familieverband. De dieren herkennen elkaar aan de geur en ze hebben onderling een hechte band. Vreemde muizen worden verjaagd. De urine van de manmuizen ruikt scherp. Onderling zijn mannetjes in staat tot flinke vechtpartijen, waarbij ze elkaar behoorlijk kunnen verwonden. Muizen worden in het algemeen zo’n twee tot drie jaar oud. Bij uitzondering bereiken sommige dieren de respectabele leeftijd van vijf jaar.
Oriëntatie vooraf
De muis die we heden ten dage als huisdier houden stamt rechtstreeks van de wilde muis. Al in 1100 v Chr werden er verscheidene muizenrassen gehouden. De muis is van oorsprong afkomstig van steppe en halfwoestijn. Maar door hun goede aanpassingsvermogen komen ze inmiddels overal voor.
Nog steeds zijn er, ook onder de tamme muizen, verschillende rassen te krijgen. Bijzondere soorten als dwerg- of stekelmuis kunnen beter bij en fokker worden gekocht. Echter de meest in de mensenhuizen voorkomende muisjes zijn kleurmuizen. Deze soort is eigenlijk de ‘gewone’ muis en is daarom niet alleen bij fokkers, maar ook bijvoorbeeld in dierenwinkels te krijgen. Onder de kleurmuizen zijn er een heleboel verschillende kleuren en patronen te krijgen. Voor iedereen zit er dus een geschikt muisje bij.
Een muis is in aanschaf niet duur, maar let erop of het dier gezond is met een glanzende vacht. Dit kan worden herkend aan veelvuldig krabben en kale plekken. Maar een goed gezonde muis kan een één tot twee jaar gezelschap en plezier opleveren. De korte levensduur van een muisje kan negatief zijn, maar bijvoorbeeld bij de aanschaf van een huisdier voor kinderen zitten de ouders er niet al te lang ‘aan vast’ nadat het kind de aandacht heeft verloren. En het is ook hierom dat de volwassenen altijd achter de keuze van het huisdier moeten staan. Kinderen kunnen immers niet de volle verantwoordelijkheid voor de verzorging en voeding van het diertje dragen.
Naast dat een muis moet worden aangeschaft zijn er ook een kooi en speeltjes nodig evenals een etensbakje en een drinkfles. Daarnaast moet ook de rest van het muizenleven lang voer en bodembedekking worden aangeschaft. Ook een eventueel bezoek aan een dierenarts kost geld. Met alleen de uitgaven bij aankoop bent u er dus niet, maar deze kleine dieren zijn over het geheel genomen goedkoper dan een hond of kat in huis halen. Nadeel is wel dat mannelijke muizen een ‘muizenlucht’ verspreiden die de meeste mensen niet aangenaam vinden.
De muis als huisdier is tam, rustig, nieuwsgierig en niet bang voor mensen. Wat ze dus geschikt maakt voor een plekje tussen jong en oud. U moet in ruil voor hun gezelschap wel tijd voor ze vrij maken. Het hok moet schoon worden gemaakt, het dier moet gevoerd worden en water iedere dag ververst. Ook spelen, knuffelen en het bezoeken van de dierenarts kost tijd. Belangrijk is dat er genoeg tijd en aandacht voor het dier over is, ook op de drukkere dagen van de week.
Voeding
Het aanbod van speciaal voor muizen samengestelde voeding is groot en gemakkelijk verkrijgbaar. Daarbij moet het menu aangevuld worden met fruit, groente en brokjes honden- en/of kattenvoer. Wat hooi en vogelzaden (insectenpaté) mogen ook niet ontbreken. Iedere dag vers water is voor een muis een noodzaak. In 24 uur drinken en eten muizen net zo veel als ze zelf wegen en dat is nodig om in een goede conditie te blijven. Gele en rode muizen hebben een genetische aanleg tot vervetting. Geef deze dieren dan ook voeding waarin weinig oliehoudende zaden zijn verwerkt. Vraag hiernaar in de winkel.
Huisvesting
De beste huisvesting is de kooi, want die biedt in de regel een betere ventilatie dan bijvoorbeeld een glazen bak (met deksel). Geschikte kooien voorkomen verder dan muizen kunnen ontsnappen. Een goede ventilatie (geen tocht!) is noodzakelijk om problemen aan de luchtwegen te voorkomen. Die kunnen het gevolg zijn van de urinegeur.
De minimummaat van een kooi met daarin twee – drie muizen is 75 cm breed, 40 cm lang en 40 cm hoog. Per volwassen muis extra moet de ruimte 20% groter zijn. Hoe groter de kooi, hoe meer ruimte er beschikbaar is voor speeltjes. Een loopmolentje is een must en ook een nesthok mag niet ontbreken. Water kan het best in een drinkfles worden gegeven. Voedsel kan zowel op de grond als in een bakje worden verstrekt. Door op verschillende plaatsen te voeren, moeten muizen actief gaan zoeken.
Gezondheid en ziektes
Een gezonde muis is levenslustig, niet te dik of te mager en heeft een glanzende beharing, schone ogen, neus, oren enzovoort. De muis is tamelijk gevoelig voor infectieziektes. Raadpleeg bij ziekte een deskundige die veel weet van deze diergroep. Afwijkingen in gedrag kunnen duiden op ziekte. Veel ziektes zijn te voorkomen bij een goede hygiëne van de kooi (regelmatig schoonhouden) en de omgeving en uiteraard een goede voeding.
Voortplanting
Muizen zorgen snel voor nakomelingen. Op de leeftijd van ongeveer vijf weken zijn ze weliswaar geslachtsrijp, beter is het te wachten tot ze minimaal acht tot tien weken oud zijn. Elke vier tot zes dagen is het vrouwtje bronstig (dekrijp) gedurende een periode van ongeveer twaalf uur. De dekking zal verschillende keren worden uitgevoerd. Na zo’n 21 dagen worden de jongen geboren. Ze zijn dan kaal, blind en doof. Na twee dagen beginnen de haren te groeien, op 2-3 dagen gaan de oortjes open en pas na 10-13 dagen gaan de ogen open.
Omdat vrouwtjes al direct vruchtbaar zijn na de worp, is het beter de muizenman al voor de geboorte uit het nest te halen, omdat er anders al nieuwe jongen geboren zijn voordat het eerste nest zelfstandig is. De jonge mannetjesmuizen moeten 4 weken na de geboorte uit het nest worden gehaald, omdat die dan seksueel actief worden (met alle, al dan niet gewenste, gevolgen van dien). Het gescheiden houden van de seksen is de beste manier om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Laat de muizen alleen nakomelingen voortbrengen, als zeker is dat er voor het jonge grut een goed tehuis is gevonden.
Gedrag
Bij tamme exemplaren, die handen gewend zijn, is een open hand in de nabijheid al een uitnodiging erop te gaan lopen. Daarna kan de muis voorzichtig opgetild worden. Een andere mogelijkheid is de platte hand voorzichtig onder de buik te schuiven en dan op te tillen. Is onduidelijk of het dier mak is, til het dier dan op aan de staartbasis. De beste en meest veilige manier om een muis vast te pakken is: optillen aan de staartbasis (zo dicht mogelijk bij het lichaam) en dan zo snel mogelijk ergens op neerzetten. Doe dit voorzichtig, maar wel snel, omdat het dier deze vorm van ‘transport’ niet als prettig ervaart en zelfs kan gaan bijten.
Vakantie
Bedenk altijd ruim van tevoren welke mogelijkheden u heeft wanneer u op vakantie zou gaan en regel dit ook ruim voordat u daadwerkelijk vertrekt. Veel pensions zitten al ruim voor de vakanties volgeboekt. Er zijn in principe twee opties als uw huisgenoot niet mee kan op vakantie. De ene is dat hij thuis blijft waar hij door een ander wordt verzorgd. De andere optie is dat hij ergens anders ondergebracht wordt. Dit kan zijn bij vrienden of familie, maar er zijn ook speciale pensions voor kleine zoogdieren.
Als u weg bent is het voor zowel de verzorger als uzelf prettig als u te bereiken bent. Laat daarom altijd een briefje achter met adres en telefoonnummer waar u te bereiken bent. Dit geeft beide partijen een prettiger en zekerder gevoel. Ook het achterlaten van een nummer en adres van de dierenarts kan voor een vriend of familielid handig zijn. Als uw muis dan onverhoopt een dierenarts nodig mocht hebben, bent u ervan verzekerd dat hij binnen een niet al te lange tijd en door een door u uitgekozen dierenarts wordt behandeld. Immers de verzorger hoeft niet eerst in het telefoonboek opzoek naar een nummer van een dierenarts in de buurt.
Wat daarnaast ook heel belangrijk is als de muis niet naar een pension gaat, is een voorraad van alles wat het dier hebben moet. Zorg dat bijvoorbeeld voer en bodembedekker op voorraad zijn of laat eventueel een adres achter waar de verzorger dit bij kan halen.
Het is aan te bevelen dat u van tevoren opschrijft hoe de muis normaal verzorgd wordt en wanneer dit wordt gedaan. U kunt een soort schema of checklist maken met voermomenten en schoonmaak en dergelijke. Daarin kan tevens overzichtelijk en met duidelijke instructies uiteengezet worden hoe het moet gebeuren. Een gebruiksaanwijzing van de cavia dus eigenlijk. Het is ook verstandig de handelingen aan een onwetende, verzorger een keertje voor te doen. Spreek ook af of en hoe vaak u zult bellen om te informeren hoe het gaat. Want u laat uw muis makkelijker en onbezorgder achter als u weet dat er net zo goed voor hem of haar wordt gezorgd als dat u zelf zou doen. En het gaat er in de vakantie juist om dat u, maar ook uw muis, een plezierige en onbezorgde tijd heeft.
Rassen
Er worden naast de gewone tamme kleurmuis ook nog verschillende muizenrassen gehouden, zoals de Europese Dwergmuis, de Zebra-grasmuis, de Afrikaanse stekelmuis, de Naaktmuis, de Veeltepelmuis en nog een aantal. Binnen sommige muizensoorten zijn er verschillende kleurslagen terwijl anderen er alleen in wildkleur zijn.
Oorsprong
De kleurmuis stamt af van de huismuis. In de loop der tijd heeft deze muis voor de mens allerlei doelen gediend. Zo zijn, en worden, ze gebruikt als slangenvoer, proefdier en dus ook als huisdier.
Karakter
De kleurmuis is zeer sociaal naar soortgenoten toe. Daarom is het belangrijk meerdere muisjes aan te schaffen. Meestal wordt er dan gekozen voor vrouwtjes, omdat de heren nog al een muizenlucht verspreiden om hun territorium af te bakenen en in gevecht kunnen raken.
Beharing en kleur
Kleurmuizen zijn er, zoals de naam al doet vermoeden, in heel veel kleuren. Er zijn meer dan 40 kleuren waaronder bijvoorbeeld wit, zwart, grijs, chocoladebruin, rood, oranje, geel, crème en blauw. Bovendien zijn er verschillende tekeningen mogelijk en zijn er naast de normaalhaar nog andere haartypen, zoals satijnhaar, borstelhaar, asterix (krulhaar), langhaar en combinaties.
Grootte
Kleurmuizen variëren sterk in vacht, soort, kleur en formaat. Muizen kunnen 13 tot 16 centimeter worden, waarbij de staart dezelfde lengte heeft. De tentoonstellingsmuizen zijn wel wat meer gestandaardiseerd. Deze wegen tussen de 50 en 70 gram.
Gezondheid
Muizen kunnen soms schurft of mijt hebben. Let er bij aanschaf op dat ze een glanzende vacht hebben en geen kale plekken.
Daarnaast hebben ze wat eigenlijk alle knaagdieren hebben, altijd doorgroeiende tanden en nagels. Afslijten is belangrijk dus let erop dat dit ook gebeurt, want anders is een dierenartsenbezoek onvermijdelijk.
Levensverwachting
Een muisje wordt gemiddeld tussen de één en de twee jaar oud.