Roodkopmodderschildpad / Kinosternon cruentatum

Jong dier, ca. 3 cm lang

Herkomst
Midden-Amerika, het gebied tussen Mexico en Costa Rica. De literatuur geeft aan dat deze dieren voorkomen in een vijftal van elkaar gescheiden gebieden:
• de Noordelijke kust van de Golf van Mexico, van Tamaulipas tot Vera Cruz;
• de Zuidelijke kust van de Golf van Mexico, noord van Tehuantepec, Mexico;
• het schiereiland Yucatan;
• Noordoost Honduras en Noordwest Nicaragua;
• aan de kust van de Stille Oceaan, van Tehuantepec, Mexico tot El Salvador.
Per leefgebied kan met name de kleur en het kleurpatroon per populatie verschillen.

Biotoop / habitat
Moerassen, vennen, poelen, meertjes, vijvers, greppels

Maximale schildlengte
15 cm

Kinosternon cruentatum 2012Kinosternon cruentatum 2030Kinosternon cruentatum, kort na uitkomenKinosternon cruentatum, mannetjeKinosternon cruentatum, vrouw, witte kaken

Terrariuminrichting

Type terrarium Aqua-terrarium
Grootte terrarium 100x60x40 cm Geschikt voor 1 paar
Temperatuur Water 25-28 °C, onder warmtelamp van ca. 40W 35°C
Luchtvochtigheid
Luchttemperatuur
Ca. 75%
Moet enige graden hoger zijn dan watertemperatuur
Waterdeel 60×40 cm, waterhoogte 15 -30 cm
Bodembedekking Landgedeelte zand of mengsel van zand en aarde,
Diepte ca.15 cm, op de waterbodem geen bodembedekking, zand of fijn grind;
In het water stenen of stronken.
Verlichting Zon of spotje van ca. 40W

Voedsel
Dieren zijn voornamelijk carnivoor: slakken, insecten, vis, garnalen, kattenbrokjes, regenwormen, meelwormen, schildpaddenpellets, magere tartaar met vitaminen/mineralen, sepia en schalen van kippeneieren, waterplanten.

Aanbevelingen voor de kweek
Mannetjes worden gekenmerkt door de staart die groter en langer is dan bij vrouwtjes en door de gehoornde staartpunt. Vrouwtjes hebben een veel kleinere staart en behouden licht gekleurde lippen rond de bek, waar die bij mannetjes donker worden bij het bereiken van de geslachtsrijpheid.
Om stress te voorkomen, kunnen ♂ en ♀ het beste apart worden gehouden. Mannetjes kunnen erg opdringerig zijn jegens de vrouwtjes. Voor de paring kunnen zij enige malen onder toezicht bij elkaar geplaatst worden. Het ♀ legt de eieren in het landgedeelte op een diepte van ca. 10 cm, doorgaans in de periode maart tot juni.
Bevruchte eieren tonen kort daarna een witte band over de breedte. De eieren hebben een harde schaal. Deze kunnen worden geplaatst (niet draaien, merken met zacht potlood) in een doos of bakje met substraat van vermiculite of seramis, welke geplaatst moet worden in een broedstoof met een temperatuur van 28-30°C. Een legsel bevat doorgaans 2-4 eieren. De broedtijd is 90 -176 dagen. Uitgekomen jongen moeten qua temperatuur en vochtigheid onder broedstoofcondities blijven tot de dooierzak in het lichaam is opgenomen. Daarna kunnen de 2,5 cm grote jongen worden geplaatst in een klein bakje met een waterstand van 2-3 cm, dat geleidelijk met het opgroeien kan worden verhoogd. Zorg voor schuilplaatsen en voor een plek onder een warmtespot. Wennen aan voedsel gaat met klein levend voer: tubifex, muggenlarven, wormpjes, watervlooien, waarna geleidelijk overgaan op het dieet voor volwassen dieren.

Ondersoorten
Geen, opgemerkt wordt dat de taxonomie van deze soort nog niet geheel duidelijk is.

Vrouwtje Kinosternon cruentatum
Opmerkingen
Vanwege de streek van herkomst is er geen winterslaap of -rust.

Literatuur
Fleminks, F.,1981. De verzorging en nakweek van twee Noordamerikaanse moerasschildpadden (Chrysemys picta en Kinosternon subrubrum hippocrepis). Lacerta 39: (12): 190 – 195;
Schilde, M. 2001. Schlammschildkröten. Natur und Tier Verlag, Münster. ISBN 3-937285-34-2;
Hennig, A. S., 2004. Haltung von Wasserschildkröten, Terrarien Bibliothek, Natur und Tier Verlag, Münster
Hennig, A.S. 2002. Ihr Hobby Wasserschildkröten. Bede Verlag, Ruhmansfelden
May, Carl D. 2009. Die Rotwangen-Klappschildkröte, Kinosternon scorpoides cruentatum, in menschlicher Obhut. Schildkroten im Fokus 6(3): 3-13

Opmerkingen
Deze soort is geschikt voor de beginnende serieuze houder. Het betreft relatief kleine en doorgaans levendige dieren.

Wetgeving
In Nederland geen beperkende wetgeving
Bron   J. Boonstra, NBSV