Meyers papegaai
Poicephalus meyeri
Herkomst
Centraal- en oostelijk Afrika.
Biotoop / habitat
Bos en beboste savannes.
Maximale lengte
20 cm.
Levensverwachting
20-25 jaar.
Opmerkingen / Gedrag
De Meyer papegaai wordt in verschillende bostypen aangetroffen, maar ook op savannes, in galerij bossen en tot 2000 meter hoogte in de bergen van Oost Afrika; steeds in de directe omgeving van water. Gedurende de nacht rusten zij bij voorkeur in boomholtes. Ze foerageren naar vruchten, bessen, noten en gras- en onkruidzaden. Ook sinaasappels en appels worden gegeten, evenals sappige, jonge bladeren, knoppen, bloemknoppen en insecten en hun larven.
Het zijn aantrekkelijke volièrebewoners, howel ze soms wat schuw zijn. In tegenstelling tot de meeste andere papegaaien zijn ze niet luidruchtig en daarom geschikt voor volieres in bewoonde buurten. Gedeeltelijk met de hand grootgebrachte vogels kunnen zich ontwikkelen tot zeer tamme huisdieren, die zelfs een paar woorden kunnen leren praten. Oudere vogels blijven gewoonlijk schuw en daarom kan men ze beter in een voliere dan in een kooi houden.
Type huisvesting
Een Buitenvoliere voor geacclimatiseerde vogels of kooi voor solitaire dieren.
Licht verwarmde binnenvolieres zijn voor de broed ideaal.
Grootte huisvesting
Kooi: 100 x 100 x 85
Voliere: 3 x 2,5 x 3 meter
Broedblok: 25 x 25 x 50 cm; invlieggat 8 cm doorsnede.
Inrichting
Natuurlijke, schone, niet giftige takken en speeltjes.
Buitenvolière met schuilgelegenheid tegen regen en vorst en nestblok/kast. Voldoende zit takken en vlieggelegenheid.
Voedsel
Pellets, groente, fruit, noten, zaden, trosgierst, gekookte peulvruchten (erwten en bonen). Veel fruit en vooral een rijke variatie aan vers groenvoer. Af en toe een gekookt kippenbeentje met wat vlees eraan.
Aanbevelingen kweek
De nominaat en de saturatus worden het meest gehouden. De pop legt drie tot vijf eieren die in ca. 26 dagen worden bebroed. De jongen verlaten na ongeveer negen weken het nest. Het broedseizoen valt, evenals dat van alle andere Poicephalus vertegenwoordigers, gewoonlijk in de winter! Licht verwarmde binnenvolieres zijn daarom ideaal. Uit het masterstamboek valt op te maken dat met deze soort best wel redelijke tot goed kweekresultaten behaald worden. De juvveniel is gewoonlijk wat doffer dan de oude vogels.
Ondersoorten
P.m. meyeri, P.m. saturatus, P.m. matschiei, P.m. transvaalensis, P.m. reichenowi, P.m. damarensis
Literatuur / websites
Parrots, Juniper & Parr, 1998, Pica Press
Parrots of the World, Forshaw 1977, T.F.H. Publications
Papegaaien. Een complete gids over alle papegaaiachtigen, Rosemary Low, 1989 Uitgeverij: Helmond
http://www.pakara.nl
Wetgeving
CITES II.