Emoe / Dromaius novaehollandiae
Herkomst
Australië
Biotoop / habitat
De meeste gebieden van Australië, vooral Queensland en het Noordelijk Territorium.
Bij voorkeur met struikgewas begroeide steppen en savannen.
Lengte en gewicht
Max. lengte rechtop: 160 – 180cm.
Gewicht: +/- 50-60 kg
Levensverwachting
Emoes zijn sterke, niet veeleisende vogels, die bij goede verzorging en hygiëne niet snel ziek worden.
In beschermd milieu leeft de emoe langer dan in de vrije natuur en kan wel 20 jaar oud worden.
Er zijn zelfs meldingen van 30 jaar in Amerikaanse dierentuinen.
Huisvesting
In beschermd milieu dient er om het emoe-verblijf een stevige afrastering te zijn van 150 cm hoog. En een binnenverblijf dat bescherming biedt tegen slechte weersomstandigheden. Emoes maken daar meer gebruik van dan nandoes. Wanneer de buitenruimte beperkt is zal het gras worden opgegeten en kapot gelopen.
Voedsel
Bij dierspeciaalzaken zijn speciale loopvogelkorrels te koop voor dagelijks gebruik.
Dit voer kan worden aangevuld met pluimveekorrel, gemend graan, luzernekorrels en luzernehooi. Daarnaast gras, groenvoer en fruit. Ook lusten ze graag wat brood.
Kuikens en jonge emoes mogen niet te snel groeien en hebben veel bewegingruimte nodig. Er is loopvogel opfokkruimel te koop. Het is belangrijk dat de jonge vogels ruim voldoende groenvoer wordt verstrekt.
Het verdient aanbeveling emoes twee maal per dag te voeren. Voor een goede spijsvertering hebben ze maagkiezels nodig.
Schoon vers drinkwater dient altijd aanwezig te zijn.
Beschrijving
De emoe is na de struisvogel de grootste loopvogel.
Mannetje, de haan, en vrouwtje, de hen, zijn niet van elkaar te onderscheiden, ondanks soms uiterlijke verschillen. Het vrouwtje is over het algemeen wat groter. De emoe veren zijn veel fijner en korter dan van de nandoe, zijn licht van kleur en afhangend. De veren zijn tweeledig ingeplant. Alleen de uiteinden zijn donker waardoor de emoe overwegend bruingrijs van kleur is. De hals is donker, bijna zwart en vol bevederd. Dit in tegenstelling tot de nandoe en de struisvogel. De kop is gedeeltelijk kaal met een blauwe huid en heeft een soort zwarte kuif. De ogen zijn van hazelnoot- tot kastanjebruin van kleur.
Emoes hebben lange, behoorlijk krachtige en onbevederde poten met drie tenen met flinke nagels.
Het vrouwtje maakt een dof trommelend geluid vanuit een keelzak. Het mannetje een meer grommend geluid.
Soorten / ondersoorten
Van de emoe bestaan er geen kleurmutanten.
Kweek
In tegenstelling tot de nandoes, die in de vrije natuur in groepen leven, leeft de emoe meestal paarsgewijs. In beschermd milieu is het ook aan te raden één paartje emoes te houden. Emoes worden geslachtsrijp in hun 2de of 3de jaar.
Emoes broeden in de koelere maanden. In Europa tussen november en februari.
Emoes baltsen door te springen en maken vreemde en onverwachte draai bewegingen.
De hen legt 7-10 eieren, die donker olijfgroen van kleur zijn.
Ook bij de emoe maakt de haan het nest en broedt alleen de eieren uit.
De broedduur bedraagt 50-56 dagen.
Tijdens het broedseizoen kan de haan wat agressief zijn.
Emoe kuikens zijn nestvlieders en grijs en licht geelgrijs gestreept en worden ook alleen door het mannetje verzorgd. Zij hebben veel bewegingruimte nodig.
Gedrag
Ook de emoe heeft, voor zo’n grote vogel, geen vleugels van betekenis. De vleugels zijn slechts 20 cm lang en daarmee kan de emoe geen snelle, scherpe bochten maken, zoals de nandoe.
Maar kan wel snel lopen.
Emoes zijn gemakkelijk te houden en worden redelijk tam.
Status
In het recente verleden is er in Australië veel op de emoes gejaagd, omdat landbouwers er veel overlast van hadden. Maar ze komen nog steeds in Australië plaatselijk algemeen voor.
Ze zijn niet bedreigd.
Behalve in Australië worden ook in Amerika en Groot Brittannië emoes op farms gefokt voor de productie van vlees, leder, veren, emoe-olie voor huidverzorgingsproducten en eieren voor decoratieve bewerking.
In Australië wordt emoe biefstuk gegeten, net zoals over de hele wereld struisvogelvlees.
Wetgeving
In Nederland mogen emoes als hobbydier gehouden worden en hoeven niet te worden geregistreerd.
Bron
Jaap Korten
Aviornis International Nederland