Geschiedenis

 

Duivin (Falco Ebben)
Duivin (Falco Ebben)

domesticatie
De sportduif en de sierduivenrassen, waarvan er meer dan 1000 zijn, zijn allen afstammelingen van de rotsduif. De Columba livia. is een bewoner van de middelgebergten met een voorkeur voor kusten en zeekliften in Azië, Afrika en Europa. Maar ook hoge rivieroevers zijn geliefde plekken. Dat ze niet echt kieskeurig zijn blijkt wel uit het feit dat ze ook op piramiden en zelfs tot in woestijnen voorkomen. Van de Columba livia zijn 14 ondersoorten bekend. Het was Charles Darwin die midden 19e eeuw op grond van eigen onderzoek met zijn duiven tot de conclusie kwam dat alle sierduivenrassen van de rotsduif afstamden. Deze studie is tot op heden onomstreden. De sierduiven vormden op hun beurt weer de basis van de hedendaagse postduif of sportduif.
De duif werd door de mens al heel vroeg in de geschiedenis ontdekt als een soort die zich vrij gemakkelijk liet domesticeren of tam maken. De eerste duifachtigen verschenen ongeveer gelijktijdig met onze mensachtige voorouders op aarde. De eerste rotsduiven verschenen echter eerst enige miljoenen jaren geleden in Azië en wel in de omgeving van India. Vanuit die omgeving koloniseerde deze soort West-Europa en Noord-Afrika. Al in 9000 voor Christus voegde hij zich bij de eerste boeren. Het ontginnen van land verschafte de rotsduif betere voedingscondities. Vanwege zijn aard en karakter leende de rotsduif zich heel gemakkelijk tot domesticatie.

De jonge duif die opgroeit, blijft zijn broedplaats trouw en ook nakomelingen voegen zich bij de kolonie. De duif verschafte de mens door vele eeuwen heen vlees en mest. De combinatie “mens – duif” was daarom een combinatie die voor de hand lag, men kan immers ongestraft een deel van de kolonie consumeren zonder de levensvatbaarheid van de kolonie in gevaar te brengen. Ook nu nog zijn er regio’s waar de duif voor de consumptie en de mest wordt gehouden. Vooral in gebieden met weinig of geen rundvee is de duif nog steeds een belangrijke bron van mest en vlees. Het houden van deze huisduiven heeft in Europa reeds eeuwen geleden een hoge vlucht genomen. In Frankrijk hebben de zogenaamde duifhuizen het sterkst gefloreerd.
Het gebruik om huisduiven in speciale verblijven te houden kwam hier al in de dertiende eeuw op. Aan het einde van de achttiende eeuw werden er in Frankrijk maar liefst 42.000 duifhuizen geteld! Ook in Nederland was het houden van duiven welhaast een alledaags verschijnsel. Bij iedere boerderij konden wel een of twee duiventillen of hokken worden aangetroffen. Ook in topgevels van gebouwen trof men vaak duivengaten aan. De meeste duivenhuizen werden aangetroffen bij kastelen en adellijke huizen omdat daaraan het recht verbonden was grote vluchten te houden. Daarnaast was er een groep van vrijstaande duifhuizen, de duiventorens en duiventillen. In dergelijke gebouwen werden grote aantallen duiven gehouden en een dergelijk onderkomen was eveneens een symbool van het ‘heerlijk recht van duivenslag’ dat aan het landgoed verbonden was. Omstreeks 1800 kon men in Nederland nog ongeveer 1900 exemplaren van dergelijke duiventorens aantreffen.
Ontsnapte exemplaren, die de nabijheid van de mens gewend waren, nestelden zich vrij in steden. Al in 1385 is er sprake van een stadsduivenkolonie die zich ophoudt bij de Sint Pauls Cathedraal te Londen. Een stedelijk milieu vertoont op vele punten ook overeenkomsten met het oorspronkelijke leefmilieu. De gevels van gebouwen en woningen in combinatie met de lager gelegen straten vertonen treffende overeenkomsten met de

Engelse duiventoren uit de 11e eeuw
Engelse duiventoren uit de 11e eeuw

ravijnen in de rotsgebieden in het oorspronkelijke leefgebied. In de moderne samenleving met veel meer hogere gebouwen in combinatie met een rijk voedselaanbod spreekt het dan ook voor zichzelf dat de stadsduif succesvol kan zijn.

De duif in mythen
Maar niet alleen als producent van vlees was de duif van betekenis in het leven van de mensheid. Ook in het geestelijk leven van de mensheid speelde de duif in vele culturen een belangrijke rol, evenals in de mythologie. In de bijbel is de duif op vele plaatsen terug te vinden. Toen Jezus zijn discipelen uitzond gaf hij hun onder meer het advies mee “oprecht te zijn gelijk de duiven”, en bij de doop van Jezus in de rivier de Jordaan daalde de heilige geest als duif uit de hemel op hem neer. In het christendom is de duif het symbool geworden van de heilige geest. Zo was het ook de heilige geest die in de vorm van een duif paus Gregorius I bezocht en bij hem op de schouder inspireerde tot het schrijven van het complete gregoriaanse repertoire.

Amerikaanse militairen met duiven
Amerikaanse militairen met duiven

Hoewel natuurlijk een fabel, het gregoriaans is in de loop van eeuwen door velen gecomponeerd, blijft het wel een mooie fabel. Maar niet alleen bij de christenen speelt de duif een prominente rol. Ook in de moslimwereld speelt de duif een belangrijke rol. Zo zou een duif boodschappen van Allah over hebben gebracht aan Mohammed.

De duif als boodschapper
Natuurlijk is de duif als boodschapper zeer bekend. Het is vooral deze eigenschap van de duif waaraan wij de duivensport te danken hebben. Uit de bijbel kennen we het bekende verhaal van Noach die in zijn ark met vrouw en kinderen en van alle andere levende schepselen een paartje, op het water dreef omdat de aarde overspoeld was door een geweldige vloed die alles bedekt had. Nadat hij eerst een raaf had uitgezonden stuurde hij een duif uit die weer terugkeerde omdat hij geen rustplaats had kunnen vinden.
Na zeven dagen werd de duif weer uitgezonden en deze keerde met een vers geplukt olijfblad terug. Na wederom zeven dagen werd de duif weer uitgezonden, maar toen bleef de duif weg. Dit was het teken dat de aarde weer bewoonbaar was.
Als echte boodschapper werd de duif 4500 jaar geleden al aangewend door de Egyptenaren. In de tijd van koning Djoser werden langs de grenzen van zijn rijk duivenverblijven gebouwd die als een keten zijn rijk omsloot. Deze duiven konden worden ingezet om de koning, die in het binnenland verbleef, snel te kunnen berichten als vijanden zijn grenzen naderden.
Toen Farao Ramses II in 1204 voor Christus gekroond werd, werden er vier duiven losgelaten die naar de vier windstreken vertrokken om het land het nieuws van de kroning te kunnen melden. Tot zeker in de achttiende eeuw is duivenpost het belangrijkste communicatiemiddel gebleven in het Midden-Oosten, zowel voor burgerdoeleinden als voor berichtgeving in oorlogstijd.
Ook in Nederland kennen we al vroeg heldenrollen van duiven in oorlogstijd. Tijdens het beleg van Haarlem en Leiden in 1573 en 1574 waren het duiven die contact hielden met de Prins van Oranje. In Leiden waren het drie broers die eigenaar waren van de duiven. Als dank kreeg de jongste broer onder meer het recht om zichzelf en zijn nakomelingen “Van Duivenbooden” te noemen. Ook tijdens het beleg van Parijs door de Pruisen in 1870-1871 werden op opzienbarende wijze duiven ingezet. De Fransen gebruikte met hete lucht gevulde ballonnen om mensen en boodschappen vanuit de stad over de vijandelijke linies te brengen. Op deze tochten werden ook duiven meegenomen om van ver verwijderde plaatsen weer terug te keren naar de stad. Meer dan 1.150.000 berichten zouden zo zijn overgebracht ondanks de inzet van haviken door de Pruisen. Deze duiven zouden vanaf Tours en zelfs Londen zijn teruggevlogen. In vele legers hebben de duiven daarna een vaste plaats gekregen en ondanks dat de elektronische communicatiemiddelen in de laatste honderd jaar een ongekend hoge vlucht hebben genomen, zijn in Europa de laatste legerduiven nog niet zo lang geleden met groot verlof gegaan.

Duitse soldaat op fiets en duiven
Duitse soldaat op fiets en duiven

De laatste twee wereldoorlogen hebben de legerduiven gebruikt voor het overbrengen van berichten een prominente rol gespeeld. Tijdens WO I was het zonder twijfel de duif die luisterde naar de naam “Cher Ami” de duif met de meest aansprekende prestatie. Het was een in Engeland gefokte duif die bij het front in Verdun gelost werd. Hier was een New-Yorks bataljon van de 77e divisie ingesloten geraakt door de vijandelijke macht en afgesloten van iedere verbinding. Door het hevige granaatvuur waren al vele duiven verongelukt en alleen Cher Ami was overgebleven.Met de laatste hoop werd hij met een berichtenkoker in vrijheid gesteld. Ook Cher Ami raakte ernstig gewond raakte aan zijn hoofd en poot waaraan zich de boodschap bevond. Hij presteerde het echter om met zijn hoofdwond en verbrijzelde poot zijn thuishok op 40 km afstand toch te bereiken en wel binnen 25 minuten! Zijn berichtenkokertje bevond zich nog aan zijn poot die met slechts enkele pezen aan zijn lichaam bungelde. Door zijn actie redde Cher Ami 194 ten dode opgeschreven manschappen.

Ondanks alle technische vooruitgang werden ook tijdens de tweede wereldoorlog weer massaal duiven ingezet. In 1943 werd zelfs een speciaal ingestelde Dickin Medal uit erkentelijkheid voor buitengewone diensten aan 32 duiven uitgereikt. Om enige indruk te krijgen van het belang van het duivenonderdeel in de legers ten tijde van WO II mag blijken dat het Amerikaanse leger een speciaal corps had met 3000 manschappen en 150 officieren die zich met de legerduiven bezig hielden. Aan het front figureerden maar liefst 54.000 duiven! Deze werden ingezet ongeacht de omstandigheden zoals regen, mist of hevige gevechten.

Met de nazaten van deze duiven wordt tot op heden duivensport bedreven. Op last van in eerste instantie opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten, generaal Winkelman en later op last van de Duitse bezetter, werden tijdens de oorlogsjaren bijna alle postduiven gedood. Na Wereldoorlog II kreeg men in Nederland de beschikking over 3.400 duiven van de Royal Air Force waarmee het Nederlandse postduivenbestand weer mee kon worden opgebouwd. Met deze duiven, de duiven op de Duitse hokken die in Nederland in beslag waren genomen en de “ondergedoken” duiven zijn na de oorlogsjaren de Nederlandse duivenhokken weer gevuld. Al vele jaren zijn de Nederlandse duiven over de gehele wereld zeer geliefd als bijzonder goed presterende sportduiven.

Duivensport
De geschiedenis van de sportduif is niet geheel nauwkeurig meer weer te geven omdat niet alles bekend is. Met veel andere rassen is dat niet veel anders. Toch is er van de sportduif meer bekend dan van de meeste andere tamme duivenrassen. Al vóór 1800 werden duiven gehouden voor wat je duivensport zou kunnen noemen. Er werden over korte afstanden wedstrijden gehouden, soms vluchtjes van straat tot straat. Natuurlijk was het niet te vermijden dat de afstanden groter werden. De fascinatie van het terugkeren van de duiven was zo groot dat grenzen werden verlegd. Vooral in België was deze drang het grootst. Iedere vogel die goed naar huis kwam werd op grotere afstanden losgelaten. Zo begon men te selecteren op vogels die sneller vlogen, zich goed oriënteerden en over grotere afstanden konden vliegen. Dat vliegen gebeurde nog met duiven van verschillende sierduivenrassen zoals Smierles, Hoogvliegsoorten en kleine Kroppersoorten. Reeds in 1810 werden er in Gent prijsvluchten gehouden met vooral kroppers die naar Brugge, Rijsel en Antwerpen werden gebracht. In 1815 vlogen er duiven van Tours naar Gent en de vreugde over de terugkeer was groot. Deze prestatie bleek een enorme propaganda voor de duivensport te zijn, want veel duivenhouders gingen zich nu op de vliegsport toeleggen.
Ook in Nederland raakten mensen enthousiast over dit bijzondere vermogen van de duiven.

Duitse soldaat aan het Russische front met duiven
Duitse soldaat aan het Russische front met duiven

Rond 1840 gingen de eerste mensen duivensport bedrijven. De oudste vereniging in Nederland die bekend is kwam uit Maastricht en droeg de deftige naam ‘La Colombe’. De duivensport nam een hoge vlucht in landen als België, Nederland, Duitsland en Frankrijk. In deze landen is de duivensport over het hoogtepunt heen, maar er zijn nog altijd meer dan honderdduizend liefhebbers in deze landen. In andere landen zit de duivensport in de lift zoals bijvoorbeeld in landen als Spanje, Portugal, Polen, Rusland, Zuid-Afrika en China. In zeer veel landen ter wereld wordt de duivensport bedreven.

Bron
Die Taube, VOM HEILIGEN VOGEL DER LIEBESGÖTTIN ZUR STRASSENTAUBE, Daniel Haag-Wackernagel, 1998
Die Strassentaube: DIE GESCHICHTE EINER MENSCH-TIER-BEZIEHUNG, Daniel Haag-Wackernagel, 1994
De postduif als militair verbindingsmiddel, majoor b.d. Peter Yska, 2006
De postduif als militair verbindingsmiddel in Nederland en Indië, majoor b.d. Peter Yska, z.j.
Postduiven, helden in de Eerste Wereldoorlog, Heim Meijerink, 2006
De postduif van A tot Z, C.A.M. Spruijt, 1955
Nederlandse duiventillen, H.W.M. Giezen-Nieuwenhuys, C.C.S. Wilmer, 1987

NORMBLADEN PVH (GIDSEN VOOR GOEDE PRAKTIJKEN) in pdf
GGP sport duiven geschiedenis