Clownbotia / Botia macracantha

Bleeker, 1852
Clownbotia

Botia macracantha (Foto: Aqualog)

Synoniemen
Cobitis macracanthus, Hymenophysa macracantha

Voorkomen
IIndonesië: Sumatra, Borneo. In stromende en stilstaande wateren.

Eerste import
1935.

Geslachtsonderscheid / lengte
Onbekend. Lengte: 30 cm (in aquarium zelden langer dan 16 cm).
Gedrag: Relatief graag zwemmende, nieuwsgierige scholenvis. Deze vis is verdraagzaam, zowel tegenover soortgenoten als andere soorten. De dieren zijn hoofdzakelijk in de schemering actief, ze leven echter niet zo verborgen als de meeste Botia-soorten en vertonen overdag ook enige activiteit. Zwemhoogte in het aquarium: midden en bodem.

Aquariumeisen
Aanbevolen minimumaquariumlengte: 100 cm. Bodemgrond moet bestaan uit zacht, fijn zand, omdat de dieren daar graag in woelen. Beplanten met stevige planten. Deze kunnen geplant worden in schalen, die met stenen tegen uitwoelen beschermd worden. Schuilplaatsen uit stenen en kienhoutwortel moeten ook bestand zijn tegen instorten door te veel woelen. Een halve kokosnoot wordt graag geaccepteerd en als overnachtingsplaats genomen. Zacht water (5º dGH) en licht zuur (pH 6-6,5). Temperatuur: 25 – 30º C.

Kweek
De soort zet af aan het begin van de regentijd in schuimende, snelstromende bronbeken. De jongen groeien later op in langzaam stromende benedenlopen en mondingen van de rivieren (mondelinge mededeling Dr. Lim, Jakarta). De kweek in het aquarium is tot nu toe niet gelukt.

Voer
Levend, vlokken-, en plantenvoer (algen), diepvriesvoer.

Geschikt voor
Beginners met enige voorkennis en gevorderden.

Bijzonderheden
Botia macracantha kan klikkende geluiden maken. In het land van oorsprong is deze soort een gewaardeerde consumptievis met goed smakend vlees. De vissen hebben vier baarddraden. De soort is bijzonder gevoelig voor Ichthyophthirius.

Gebaseerd op Mergus Aquarien atlas 1983/1984.