Algeneter / Ancistrus
Ancistrus leucostictus (Günther, 1864)
Algeneter
Synoniemen
Chaetostomus hoplogenys
Voorkomen
Bekend in het stroomgebied van de Amazone in Zuid-Amerika.
Geslachtsonderscheid / lengte
Mannetjes met vrij grote gewei-vormige uitgroeisels op de bovenkant van de snuit, vrouwtjes met slechts kleine, sprieterige uitgroeisels op de bovenkant van de snuit. Lengte: tot 8 cm.
Gedrag: Zeer rustige soort, geschikt voor alle gezelschapsaquaria. Zwemhoogte in het aquarium: bodem.
Aquariumeisen
Deze algeneters zijn ’s avonds en ’s nachts actief; overdag schuilen ze graag tussen kienhout. Ze hebben tamelijk veel zuurstof nodig. Eisen: pH 5,5-7,5; hardheid van 2-20º dGH, temperatuur: 22 – 26º C. A. leucostictus graast weliswaar algen van de bladeren van planten, maar ze laten de planten zelf met rust. Aanbevolen minimum-aquariumlengte: 60 cm.
Kweek
Vrijwel alle A. leucostictus die in de handel worden aangeboden, zijn afkomstig van kweek, de meeste van deze kweek komt uit Tsjechië. Deze vindt plaats bij temperaturen van ca. 24 – 26º C. Het water mag niet te hard zijn, 4-10º dGH, en lichtzuur, pH 6,5-7.0. De eieren worden afgezet tussen kienhout, maar ook bijvoorbeeld in een half bloempotje of een uitgeholde kokosnoot. De eieren worden afgezet in een bol van grote gele eieren. Na vijf dagen komen de eieren uit en de jongen zien er aanvankelijk uit als een grote dooierbal met een klein larfje eraan vast. Na ongeveer veertien dagen krijgen de jongen de bekende vorm van de ouders en zwerven ze door het aquarium. Ze zuigen zich graag aan de ruiten vast. De jongen hebben dan fijngewreven, groen vlokkenvoer nodig en ander plantaardig voer.
Voer
Algen, maar ook voedseltabletten op algenbasis worden graag gegeten.
Geschikt voor
Beginnersvis.
Bijzonderheden
Deze algeneter blijft ook niet af van blauwe alg.
Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984.