Samenvatting: Animal Welfare & Laboratory Animal Science

De primaire zorgverlener van jonge zoogdieren is meestal de moeder. Bij sommige diersoorten spelen ook de vader of andere familieleden een belangrijke rol bij de opvoeding van nakomelingen. Het aantal individuen dat in contact is met jonge zoogdieren is dus zeer beperkt en de hechting van de jonge dieren aan deze individuen is intensief. Deze situatie zorgt niet alleen voor een veilige omgeving voor de jonge dieren, ze biedt tegelijkertijd ook de mogelijkheid om belangrijke sociale speelregels te leren, die het functioneren binnen een sociale groep levenslang zullen bepalen.

De natuur heeft het dan ook zodanig ingericht, dat jonge zoogdieren, binnen een relatief korte periode na de geboorte, bijzonder snel kunnen leren hoe zij met hun sociale en niet sociale omgeving om moeten gaan. Ook de verandering van de relatie tussen het jonge dier en zijn primaire zorgverlener hoort bij dit leerproces. Vooral het kunnen hanteren van socio-negatieve situaties is afhankelijk van de kennis die het dier opdoet tijdens het geleidelijke vergroten van de sociale afstand tussen moeder en het jonge dier. Het niet doorlopen van deze biologisch belangrijke fase van ‘scheiden’ kan dan ook resulteren in negatieve gevolgen voor de sociale capaciteiten van een dier.

Prof. Dr Frauke Ohl
Animal Welfare & Laboratory Animal Science