Minor / Hyphessobrycon callistes

Boulenger, 1900
Minor

Hyphessobrycon callistes (Foto: Aqualog)

Synoniemen
Tetragonopterus callistes, Hyphessobrycon melanopterus, Hemigrammus melanopterus.

Voorkomen
Zuid-Amerika: zuidelijk Amazone-stroomgebied en Paraguay-stroomgebied.

Eerste import
1953?

Geslachtsonderscheid
Mannetjes minors hebben een puntig uitlopende zwemblaas, bij vrouwtjes is deze afgerond. Vrouwtjes zijn hoger gebouwd en voller. Lengte: tot 4 cm.

Gedrag
Het gaat hier om een scholenvis, die echter niet zo vreedzaam is als vele andere soorten in dit geslacht. Onder elkaar gedragen de vissen zich soms als kleine piranha’s, de zwakkere dieren worden aangevreten. Soms missen dieren in de school hierdoor een oog. In het gezelschapsaquarium doen ze het doorgaans echter goed. Zwemhoogte in het aquarium: midden.

Aquariumeisen
Zoals bij veel andere soorten in dit geslacht hebben minors bij voorkeur licht zuur water nodig (pH 5,8 – 7,5) bij een hardheid tot maximaal 25º dGH, bij voorkeur echter lager. Temperatuur: 22 – 28º C; aanbevolen minimumaquariumlengte: 60 cm.

Kweek
Is zeer goed mogelijk in zacht, licht zuur water, bijvoorbeeld zurig, over turf gefilterd water.
Voer: Vlokkenvoer, maar ook levend voer zoals muggenlarven en pekelkreeftjes.

Geschikt voor
Beginners met enige voorkennis.

Gebaseerd op: Mergus Aquarium Atlas 1983/198