Nijssens Dwergcichlide / Apistogramma nijsseni
Kullander, 1979
Nijssens dwergcichlide
Synoniemen
Geen.
Voorkomen
Zuid-Amerika, Peru, Rio Ucayali.
Eerste import
1981 door Patrick de Rham, Lausanne, Zwitserland.
Geslachtsonderscheid/ lengte
Zeer duidelijke seksuele verschillen in kleur. Mannetjes zijn blauw gekleurd, met een wat langere staartvin met een rode rand. Het vrouwtje is duidelijk geel-zwart gevlekt, het lichaam is geel met een gele vlek op het centrum van het lichaam en op de staartwortel bevindt zich een donkere band. De kieuwdeksel en het voorste deel van de rugvin en borstvin zijn donker. Lengte: tot 6,5 cm (mannetje), 4 cm (vrouwtje).
Gedrag
Een rustige territorium vormende dwergcichlide die zich vooral thuisvoelt in goed beplante aquaria. Het sociale gedrag is ongeveer hetzelfde als alle andere Apistogramma’s, die eveneens broedzorg vertonen. Zwemhoogte in het aquarium: bodem.
Aquariumeisen
A. nijsseni heeft goed beplante aquaria nodig met een fijnkorrelige bodem. Zorg voor voldoende schuilplaatsen, die opgebouwd kunnen zijn uit wortelstronken, kokosnootschalen o.i.d. Zachtzuur water (pH 5,5, hardheid minder dan 5º dGH) blijkt nodig te zijn om deze vissen succesvol te houden. Temperatuur: 23 – 30º C; aanbevolen minimum-aquariumlengte: 50 cm.
Kweek
Deze vindt plaats bij temperaturen van ca. 25 -30º C. Het water moet zacht zijn, tot 5º dGH, en lichtzuur: pH 5,5. De eieren worden afgezet tegen het plafond van holen (kokosnoot, half bloempotje). Het vrouwtje bewaakt de eieren en later ook de larven. Het mannetje bewaakt in die tijd het territorium. Wanneer de jongen vrij zwemmen worden deze door beide ouders bewaakt. Jongen accepteren al snel Artemia.
Voer: Nijssens dwergcichliden accepteren voornamelijk levend voer of diepvriesvoer ( Cyclops , Daphnia en muggenlarven).
Geschikt voor
Beginners met enige voorkennis.
Bijzonderheden
Het lijkt erop dat de verspreiding van deze soort erg gering is en vooral voorkomt in de omgeving van Jenaro Herrera. In dit gebied komen verschillende soorten voor die alleen daar worden aangetroffen. Er is een andere soort die veel op A. nijsseni lijkt: Apistogramma pandurini.
Gebaseerd op Mergus Aquarien Atlas 1983/1984.