Fret: Voortplanting
- Loopsheid en bronst
- Dekking
- Dracht en geboorte
- De jongen
Loopsheid en bronst
Het moertje (de vrouwtjes fret) wordt loops tegen de tijd dat ze gedekt kan gaan worden. In deze periode is ze extra vatbaar voor infecties en te veel bloedverlies kan tot bloedarmoede leiden. Rammen (mannetjes fretten) die in deze periode in de buurt zijn van een loops moertje zullen gaan vechten om wie haar mag dekken. Seksueel volwassen mannetjes gaan meestal onaangenaam ruiken en laten overal druppeltjes urine achter. Als u niet wilt dat uw vrouwtje of mannetje voort gaat planten is het dan ook beter die te laten castreren.
Voor een vrouwtje is een bijkomstig feit dat ze loops blijft totdat ze wordt gedekt. Vindt de dekking niet plaats dan kan ze tot aan de herfst loops blijven. De hoeveelheid bloed die ze dan verliest kan dan levensbedreigende gevolgen hebben. Moertjes moeten dus worden gecastreerd als er niet mee wordt gefokt.
De eerste loopsheid van een moertje is tussen december en februari van hun eerste levensjaar. Moertjes die vroeg in het jaar, bijvoorbeeld eind mei, worden geboren kunnen soms al in oktober loops worden. De eerste loopsheid treedt dus al na ongeveer 9 maanden op. Rammen worden ongeveer tussen hun 6e en 8e levensmaand geslachtsrijp. Zij worden bronstig in de maand december. Eerder dus dan de meeste vrouwtjes. De daadwerkelijke paartijd van fretten is tussen maart en augustus. Dit wordt beïnvloed door de daglengte, dus het aantal uren zon per dag.
Dekking
Het eerste stadium van de dekking bestaat zoals bij veel dieren uit het onderzoeken en besnuffelen van elkaar. Pas als de partners elkaar hebben onderzocht, en het vrouwtje het mannetje heeft goedgekeurd zal er tot dekking worden over gegaan. Wordt de ram niet goedgekeurd dan zal de moer van zich af bijten.
De rammetjes hebben nog wel eens de neiging als ze het vrouwtje bij het nekvel hebben gepakt, klaar voor de dekking, om haar door de kooi te slepen. Geef het stelletje dus niet teveel ruimte om al dat gesleep te voorkomen. De dekking kan soms uren duren.
Dracht en geboorte
Mocht het moertje worden gedekt, dan draagt zij haar jongen ongeveer 42 dagen. In bepaalde perioden van de dracht, geboorte en het zogen kan het zinvol zijn bij te voeren (overleg hierover met een dierenarts). Ook moet de aanstaande moeder aan het einde van de dracht een rustige plek krijgen waar ze nestelen kan en waar de geboorte plaats kan vinden. Zorg ook voor lappen en dergelijke zodat ze een eigen plekje kan creëren.
Na die 42 dagen worden er ongeveer zeven of acht pups geboren. Soms kan het enkele uren duren voor alle jongen ter wereld zijn gekomen. Bij de geboorte zijn de babyfretjes kaal, blind en volledig afhankelijk van hun moeder. Grijp alleen in bij een geboorte als het dreigt mis te gaan. Verloopt alles goed dan doet moederfret het liever zelf, dus geef haar dan die mogelijkheid.
De jongen
De jongen worden goed verzorgt door ma fret. Zij zal ze wassen, zogen en warm houden. Al na één week begint de vacht van de jonge fretjes te groeien. En op een leeftijd van ongeveer vier weken zullen ze een poging doen tot het eten van vast voedsel en het gebruiken van de frettenbak. Hun oogjes zijn dan ook open en de moeder is minder beschermend over haar jongen. Op een leeftijd van 8 of 9 weken zullen ze hun melkgebitje wisselen voor het blijvende gebit. Het is ook op deze leeftijd dat ze van hun moeder gescheiden kunnen worden.