Afstandsdieren

Onder afstandsdieren verstaan we gezelschapsdieren die om de een of andere reden bij de eigenaar ongewenst worden. Is dat bijvoorbeeld bij katten een allergie die geleidelijk aan is ontstaan, bij vissen zal dat niet vaak voorkomen. Dit stuk beschrijft de koninklijke weg van afstand doen. Dit stuk beschrijft ook een aantal zaken die afstand doen kunnen voorkomen.

Het preventiepakket.

  1. Voorkom impulsieve aanschaf. Maak een vissenplan bij aanschaf van een aquarium.
  2. Vraag bij voorgenomen aanschaf naar de wetenschappelijke naam en de maximale grootte.
  3. Is de naam niet bekend neem dan een vissenspecialist van de lokale aquariumvereniging in de arm voor een advies. Met de wetenschappelijke naam is in ieder geval op de website www.fishbase.org de maximaal bekende grootte op te zoeken. Voor de meeste soorten is die informatie ook op een Nederlandstalige pagina van deze site in te zien. Uiteraard kan een aquarium encyclopedie ook zijn diensten bewijzen.
  4. Houdt voor uzelf aan dat de vis hooguit 1/10 van de lengte van het aquarium lang mag zijn. Uiteraard zal een vis die 50 cm wordt daar een tijdje over doen als die nu 5 cm is. Maar, bedenk op welke termijn u dan voornemens bent een groter aquarium te nemen. Was u dat niet van plan dan bent u op het moment van aanschaf een kandidaat afstandsdier aan het creëren. Wij gaan er van uit dat de vis bij goede verzorging gewoon die lengte gaat bereiken. U ook?
  5. Informeer naar het gedrag van de beoogde vis ten opzichte van de vis die al in het aquarium hebt. U kunt daarbij denken aan agressie, maar ook aan ongeremde voorplanting. Onverwachte jonge vis creëert vaak huisvestingsproblemen en is na opfok in veel gevallen slecht te slijten.

Heeft het preventiepakket niet gewerkt, of zijn er onvoorziene omstandigheden ga dan als onderstaand te werk. Een dergelijk stappenplan is niet bij voorbaat hopeloos. Veel liefhebbers vullen een incompleet schooltje liever aan met vissen die goed aan de maat zijn, dan met veel jongere vis. Ze zoeken er zelfs gericht naar bij de Aquariumspeciaalzaak.

  1. Maak een lijstje van het vissenbestand, met namen en bijzonderheden als: aantal, is een koppel, is eigen nakweek, zo mogelijk leeftijd en grootte, etc. Het is daarbij het handigst als dat wetenschappelijke namen zijn (die had u toch al gevraagd bij aanschaf). Beoordeel voor zover mogelijk of de vis gezond is.
  2. Bepaal voor uzelf of de dieren gratis weg mogen, of dat er een kleine tegenprestatie verlangd wordt. Het gaat soms makkelijker als er ook afstand gedaan wordt van het aquarium, meubel en de installatie. Het is het overwegen waard dan een advertentie op het web te zetten.
  3. Zoek in het telefoonboek, de Stadsgids, of internet (www.nbat.nl) naar de lokale aquariumvereniging en vraag met het bovenstaande lijstje bij de hand of er interesse is. Soms zetten ze een advertentie in hun eigen blaadje en website.
  4. Informeer in de kennissenkring naar een Basisschool met een schoolaquarium. Zoek contact met de beheerder van dat aquarium. Voor de meest gangbare soorten is daar vaak wel een plaatsje.
  5. Informeer bij de regionale Kinderboerderij of Milieu Educatie Centrum of er belangstelling voor de vis bestaat.
  6. Informeer bij een dierenspeciaalzaak met een aquariumafdeling of de vis daar achtergelaten mag worden.
  7. In het bijzondere geval dat u veel jonge vis hebt is het handig vooraf even te bellen. De handelaar zal dan een partijtje willen zien, voordat tot aanschaf wordt overgegaan. Voor Guppen is dat meestal een kansloze poging.
  8. In het bijzondere geval dat het een voor de aquaristiek zeldzame, of bijzonder grote vis is, dan kan het nog wel eens de moeite lonen het bij een dierentuin met een Aquarium afdeling te proberen. De “vissenexpert” van de lokale aquariumvereniging kan daarbij behulpzaam zijn.
  9. De mogelijkheid van plaatsing bij een asiel, of opvangcentrum is voor vissen zeer beperkt. Kent u die instellingen bij u in de regio en weet u dat ze het doen, dan is het allicht het proberen waard.
  10. Opvoeren aan andere dieren: zoogdieren (katten), vogels, reptielen (slangen, waterschildpadden), amfibieën, of andere vissen kan ook, maar is alleen toegestaan voor de vissen die op Art. 34 positieflijst staan. Het moet met beleid gebeuren.
  11. In het uiterste geval kan de dierenarts euthanaseren, maar dat zal hij niet doen met gezonde dieren.