Europese Smient / Anas penelope

Europese Smient (J.Harteman, Aviornis Nederland)
Europese Smient (J.Harteman, Aviornis Nederland)

Herkomst
Broedgebieden van IJsland en Groot Brittannië oostwaarts over de Oostzee en Scandinavië, Rusland, Siberië en Azië tot aan de Beringzee en de Stille Oceaan.
De Smient is een zeer zeldzame broedvogel in Nederland. Minder dan 50 paartjes broeden er.
Het overgrote deel van de Europese Smienten populatie trekt van broedgebieden naar de ruigebieden in Nederland, Denemarken, Zuid Zweden, Estland, de Wolga delta en meren in de Oeral.
Na de rui trekken de smienten verder zuidwaarts naar gebieden om te overwinteren.
Zoals de kusten van de Noordzee, de Middellandse Zee, de Kaspische Zee en de Zwarte Zee, Noord en Oost Afrika, Centraal India en Zuid China.
In het voorjaar verlaten de smienten in groepjes de overwinteringgebieden om weer noordwaarts naar de broedgebieden te vliegen.

Biotoop
Tijdens het broedseizoen verkiezen de Smienten een open of licht begroeid landschap met niet te grote, ondiepe zoetwater meren, plassen, vochtige of gedeeltelijk ondergelopen weilanden en veengebieden.
Buiten het broedseizoen, tijdens de trek en in de winter, worden ze zowel op zoet, brak als zoutwater aangetroffen. Ondermeer op graslanden, ondiep zoetwater, veen meertjes, langs riviermondingen en op de wadden, slikken en platen langs de zeekusten.
Smienten houden niet van snelstromende rivieren, dicht begroeide gebieden en berglandschappen.

Maximale lengte
45-51 cm.

Gewicht
Woerd: +/- 720 gram; Vrouwtje: +/- 640 gram.

Levensverwachting
15-20 jaar of ouder. Kunnen in beschermd milieu zeer oud worden.

Type Huisvesting
Europese Smienten zijn vreedzame, niet veeleisende eenden.
Ze kunnen zowel per paartje in een apart vijverperk gehuisvest worden, als met meerdere koppels tezamen of met meer vrouwtjes dan woerden.
Ook in een gemeenschappelijk perk met andere eenden soorten, zoals talingen en zaagbekken.
De perken moeten wel vrij groot zijn met voldoende gras, want ze grazen nogal wat af!
Ook verblijven ze veel op het water.
Pas op voor kruisingen met andere smient soorten ( Amerikaanse en Chili) waar ze overigens meestal minder goed mee overweg kunnen.

Smienten zijn goed winterhard, zeker als de vijver ijsvrij wordt gehouden en ze kunnen zwemmen en in ondiep water kunnen staan.
Het zijn sterke vogels die zelden ziek worden.

Voedsel
Meest gebruikte voedingsmiddelen in de praktijk b.v. 80% totaalvoeder korrel voor Watervogels, 10 % granen, 10% gras/groente:

Groeiend dier tot 2 maanden: Opfokkorrel of kruimel fase1
tussen de 2 tot 4 maanden: Opfokkorrel fase 2
Volwassen dier: Totaalvoeder onderhouds- of basis korrel
Broedtijd: Totaalvoeder foktoomkorrel

Voedsel afgeschermd aanbieden. Vers zwemwater, altijd beschikbaar, dat ook gedronken wordt.

Beschrijving
Het broedkleed van de woerd is duidelijk verschillend van het vrouwtje.
In eclipskleed lijkt de woerd op het vrouwtje, maar zijn kop en bovendelen zijn warmer kastanjebruin en zijn snavel is dan lichter grijsblauw. Bovendien behoudt hij de groene vleugelspiegel en de witte vlek op de bovenvleugels.

In broedkleed heeft de woerd een kastanjebruine hals en kop met een brede crèmegele band van de snavelbasis over het voorhoofd tot op de kruin. De ogen zijn donkerbruin.
De korte snavel is licht blauwgrijs. De keel is zwartachtig. De borst is licht grijs met een roze zweem.
De verlengde schouderveren en flanken zijn grijs met fijne wormvormige donkere streepjes.
De buik, onderlijf en de zijkanten van de onderrug zijn wit.
De poten zijn donker blauwgrijs met donkere zwemvliezen.
De vleugelspiegel is donkergroen met een smalle zwarte bovenrand en een bredere zwarte zoom.
De romp en ondervleugels zijn grijs.

Het vrouwtje heeft tijdens de broedperiode een roodbruine kop en hals met donkere vlekjes en streepjes. Kruin en nek zijn het donkerst. De ogen zijn bruin. De korte snavel is leigrijs.
De romp is overwegend bruin met warm bruingetinte bovenborst en flanken met een donkere schelpvormige tekening en bleke randen. Buik en onderlijf zijn wit.
Poten en zwemvliezen zijn dof grijsblauw.
Buiten het broedseizoen is de kop van het vrouwtje drukker gevlekt en is er meer markering op de flanken.

Opmerkingen
Europese Smienten zijn middelgrote zwemeenden met een relatief dikke, ronde kop met korte snavel.
Smienten verplaatsen zich zeer gemakkelijk op het land en vertoeven vaak op weilanden.
Het zijn schuwe vogels. Buiten het broedseizoen vormen ze meestal grote groepen en worden ze bij honderden gezien.
In de overwinteringgebieden kunnen groepen van enkele duizenden foeragerende vogels gevormd worden. Smienten eten dan voornamelijk laag gras. Met hun speciaal aangepaste korte snavel kunnen ze afzonderlijke grassprieten plukken. Dit vaak tot groot ongenoegen van boeren, die hun grasland en cultuurgewas snel kaal gegeten zien worden.
Na het voedsel zoeken rusten grote groepen Smienten meestal op binnenlandse meren, riviermondingen of op open zee.
Ze zijn vrij luidruchtig maar hun gefluit is toch aangenaam. De woerd laat een luid, doordringend, hoog maar melodieus ‘pieuw-pieuw’ geluid horen. Het vrouwtje heeft een lagere, snorrende ‘krrr-krrr’ roep.

Kweek
Europese Smienten zijn op éénjarige leeftijd geslachtsrijp, maar niet alle vrouwtjes broeden tijdens het eerste seizoen. Bij de balts heft een paartje de vleugelpunten op en bijna verticaal boven de rug gekruist.
Het zijn van nature grondbroeders, maar in een beschermde omgeving willen ze soms ook in een laag nestkastje leggen. Het nest wordt bekleed met plantenresten en later donsveertjes.
Legsel: 7-9 eieren, met een nogal breekbare schaal. Er wordt dagelijks gelegd.
De woerd blijft aanvankelijk ook in de omgeving van het nest, maar zodra het vrouwtje een poosje broed zoekt hij ander gezelschap op.
Broedduur: 24-25 dagen. Alleen het vrouwtje broed.
De kuikens zijn sterk en gemakkelijk op te kweken en eten vanzelf.
Laat de kuikens wel zo vlug mogelijk ergens gras eten anders kan het aanleiding geven tot hang- of verdraaide vleugels.
Erkende gesloten, niet afschuifbare, ring van 9mm verplicht!

Soorten / ondersoorten / mutanten
Van de Europese Smient bestaan geen ondersoorten. Deze soort is ook wel bekend als de Euraziatische smient vanwege het voorkomen in zowel Europa als Azië.
Ook zijn er geen kleurmutanten bekend, wel komen er van nature bij de vrouwtjes twee types voor. Het meest voorkomend roodbruin type, zoals voorgaand beschreven en een minder voorkomend grijsbruin type.

Literatuur
Watervogels houden…’t is een hobby!, 2003 – Liliane De Boeck-Pauchet
Aviornis International Tijdschrift, nr.182 april 2005 – Liliane De Boeck-Pauchet
Handbook of the birds of the World, vol. 1 Ostrich to Ducks, 1992 – del Hoyo et al.
Natural History of the Waterfowl, 1997– Frank S. Todd
Die Entenvogel der Welt, 1999 – Hartmut Kolbe
Vogelgedrag, 2003 – Stephen Moss
Het Beste Vogelboek, 1973 -The Reader’s Digest

Status
Europese Smienten behoren tot de meest succesvolle eenden van de wereld.
Hun populatie bestaat uit miljoenen vogels.
Binnen Europa is Nederland het belangrijkste land voor overwinterende smienten.
Zij zijn aanwezig van november tot en met maart.
Het aantal Smienten dat in Nederland overwintert is in de periode 1970 – 1990 sterk toegenomen tot zo’n 400.000 en daarna sterk verder gestegen tot een verdubbeling naar 800.000 begin deze eeuw.
Ze zijn dus zeker niet bedreigd, maar zijn als Europese vogelsoort wel beschermd.
Om de schade door overwinterende Smienten aan de landbouw te beperken, en tegelijkertijd de duurzame instandhouding van deze soorten te waarborgen, wil het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,vastgelegd in Beleidskader Faunabeheer, circa 80.000 hectare foerageergebied aanwijzen, tevens voor de Grauwe gans en de Kolgans. De provincies leggen de foerageergebieden vast in gebiedsplannen.

Wetgeving
Beschermde soort onder de Flora en Faunawet.
Valt onder de EU Vogelrichtlijn en de Overeenkomst Behoud van Euraziatische-Afrikaanse watertrekvogels.
Erkende vaste, niet afschuifbare, voetring van 9mm verplicht!

Bron
www.aviornis.nl