Meervallen
Gedrag
Aquariumeisen
Voedsel
Voortplanting
Waterkwaliteit
Soorten
Gedrag
Er bestaan grote verschillen tussen de groepen meervallen. Sommige groepen, zoals de kleine pantsermeervallen uit Zuid-Amerika, lijken voor het aquarium gecreëerd te zijn. Andere, zoals de Afrikaanse meervallen uit het geslacht Synodontis, zijn aanzienlijk minder populair. Sommige soorten worden gehouden als algeneters, maar belanden in het land van herkomst vooral op het bord van de bevolking (Hypostomus sp.) en bereiken in de natuur forse afmetingen.
Veel soorten zijn uitstekend geschikt voor het aquarium. Doorgaans zijn het rustige bodemvissen, soms ook scholenvissen. Ze zijn niet agressief ten opzichte van andere soorten. Ze halen voedsel van de bodem weg . Dat bestaat vaak uit voedselresten, die door de overige vissen versmaad worden. Als zodanig zijn het uiterst nuttige vissen in het aquarium.
Aquariumeisen
Afhankelijk van de grootte is een aquarium vanaf 60 liter vaak voldoende. Doordat ze het voedsel van de bodem opscharrelen, wordt de bovenlaag van de bodem omgewoeld, maar meestal worden de planten met rust gelaten. Ook de algeneters onder de meervallen laten de hogere planten meestal wel met rust.
Voedsel
De meeste meervallen zijn (bijna) alleseters. Levend voer wordt uiteraard graag geaccepteerd, maar ook alle droogvoer wordt gegeten. Voor een goede conditie is het echter wel van belang ten minste af en toe levend of diepvriesvoer te geven.
Ook is het van belang te bedenken dat lang niet alle soorten die lijken op de bekende algeneters Hypostomus plecostomus, ook algeneters zijn. Meervallen zoals golden nugget pleco en de zebra pleco hebben beslist dierlijk voedsel nodig. Overigens worden ook door de echte algeneters onder de meervallen, doorgaans geen draadalg of blauwe algen gegeten.
Voortplanting
Bij de meeste soorten worden de eieren in een holletje afgezet, meestal een klont met vrij grote eieren, maar dit gebeurt vaak ook tegen bladeren of zelfs tegen de aquariumruit. Er zijn er zelfs die de eieren in de bek van muilbroedende cichliden afzetten, als waren het koekoeken. De eieren komen na enkele dagen uit en de jongen leven dan nog enkele dagen op de dooier. Bij sommige soorten gaat de opfok van de jongen eenvoudig met pekelkreeftjes. Bij anderen is het een stuk lastiger. Als de jongen eenmaal de vier tot vijf centimeter hebben overschreden, dan lukt de verdere opfok doorgaans ook wel.
Waterkwaliteit
Veel soorten meervallen zijn typisch vissen van het zachtzure water, met een pH van 5 tot 7 en een hardheid van onder de 10. Temperaturen tussen 22 en 30 ° C . Veel soorten kunnen echter ook prima aan andere hogere pH en hardheid gewend worden, mits daarvoor de tijd genomen wordt. Vooral de veel gekweekte soorten zijn in dit opzicht vrij flexibel.