Labyrinthen
Gedrag
Aquariumeisen
Voedsel
Voortplanting
Waterkwaliteit
Soorten
Gedrag
Labyrintvissen zijn rustige zwemmers. Ze bewegen doorgaans rustig door het aquarium, hoewel ze ook erg snel kunnen zijn. Zijn ze ‘nieuw’ in het aquarium, dan blijken ze zo goed te kunnen springen, dat ze bij onvoldoende voorzorg al snel naast de bak belanden. Onderling zijn ze doorgaans verdraagzaam, ook ten opzichte van andere vissen. Echter bij Betta’s kan bij de meeste soorten slechts één mannetje in een aquarium gehouden worden. Wel kunnen er bij dat mannetje meer vrouwtjes geplaatst worden. In de paartijd zal echter ter bescherming van het nest, de omgeving daarvan stevig verdedigd worden.
Aquariumeisen
De grootte van labyrintvissen varieert van enkele centimeters bij bijvoorbeeld sommige Betta-soorten tot ruim een halve meter bij de reuzengourami. Deze laatste wordt in het Verre Oosten massaal gekweekt als voedselvis.
Labyrintvissen zijn vissen met een aparte aanpassing: ze kunnen zuurstof uit de lucht boven het aquarium halen, met andere woorden: ze kunnen zuurstof happen aan het wateroppervlak. Dit stelt ze in staat in vrij zuurstofarm water te overleven. Zuurstofarm water is echter zeker geen eis voor deze vissen, het is verstandig ze in gewoon zuurstofrijk water te houden.
Voor de kleinere soorten, tot 5 tot 6 cm, is een aquarium van 50 tot 60 liter ruim voldoende voor een paartje. De wat groter wordende gourami’s, zoals diamantgourami en blauwe gourami, verlangen een wat groter aquarium, 100-200 liter voor een paar. Reuzengourami’s vragen een aquarium van ten minste 300 liter. In het Verre Oosten worden deze vissen vaak alleen in een aquarium gehouden. Dus zonder medebewoners. Op deze manier kunnen ze zeer oud worden.
Voedsel
In de landen van herkomst wordt een aantal soorten in rijstvelden uitgezet als middel om de muggen onder de duim te houden. Muggenlarven staan dan ook hoog op het lijstje van favoriet voedsel. Echter ook al het andere levend voedsel wordt graag geaccepteerd, evenals diepvriesvoedsel en de betere droogvoeders. Het zijn eigenlijk bijna alleseter, ook algenwafers (algen in tabletvorm) worden graag gegeten, hoewel dit zeker geen hoofdvoer mag zijn.
Voortplanting
Bij een aantal soorten is er seksueel ‘dimorfisme’ (mannetjes zijn anders gekleurd dan vrouwtjes), bij andere soorten is dat niet zo. Doorgaans zijn echter bij mannetjes de rug- en buikvin voorzien van verlengde achterste vinstalen en bezitten de vrouwtjes een flinke buikpartij. Dit laatste is zeker het geval in de paartijd. De buiken van vrouwtjes van sommige soorten lijken dan wel te ploffen.
Onder de labyrinten zijn vrij veel soorten die een schuimnest bouwen. Dit nest bestaat uit massa’s kleine, van een soort kleefstof voorziene belletjes, die door het mannetje aan het wateroppervlak wordt aangelegd. Vaak kiest hij daarvoor een plek onder een drijvend blad of tussen kroos. Onder het nest worden na het baltsspel de eieren afgezet, die vervolgens opstijgen tot in het nest. Na enkele dagen komen de eieren uit. De larven zijn slechts enkele millimeters groot en accepteren, wanneer de dooierzak op is, levend voer als infusoriën (microscopisch klein levend voer) of fijngewreven droogvoer. Bij dit laatste voer zal de opbrengst van de kweek echter zeer veel kleiner zijn. De jongen groeien, zeker als ze niet continu in het voer “staan”, ongelijkmatig op en de grootste jongen zullen zich niet zelden vergrijpen aan de kleinere.
Bij sommige soorten worden de schuimnesten niet aan het wateroppervlak gebouwd, maar in holletjes in stenen of kienhout. Verder gaat alles hetzelfde. Ook zijn er labyrintsoorten die muilbroedend zijn. Bij deze soorten nemen de vrouwtjes de eieren in de bek en na verloop van enkele weken laten ze de volledig ontwikkelde jongen vrij zwemmen.
Waterkwaliteit
Het biotoop van veel labyrintvissen bestaat uit kleine beekjes met zeer zacht (GH onder 3) en soms erg zuur water (pH 3,5-5). Dit is vooral de plaats waar de kleine, vaak nog weinig geïmporteerde soorten gevonden worden. Labyrinten uit zulke wateren zijn vrij schuw. Onder deze vissen bevinden zich prachtig gekleurde en erg interessante dieren. Let bij eventuele aanschaf echter goed op of ze al aan hogere pH en wat harder water gewend zijn. De meeste exemplaren komen namelijk niet uit een kwekerij maar uit het wild. Zonder langzame gewenning zult u kort plezier aan de vissen beleven. Na zorgvuldige gewenning kunt u echter vele jaren genieten van deze prachtige vissen.
De groter wordende soorten komen uit grotere wateren zoals vijvers en grotere rivieren met neutrale pH en middelhard water. Deze soorten worden ook massaal gekweekt en kunnen zo ongeveer alle mogelijke aquariumomstandigheden aan.