Moorse Landschildpad / Testudo graeca
Herkomst
Noord Afrika van Marokko tot in Libië, Spanje, Balkan, Midden Oosten en Klein Azië tot in zuidelijke voormalige sovjet republieken
Biotoop / habitat
Aride tot semi aride gebieden
Maximale schildlengte
13 tot 30 cm
Gewicht
250 gram tot 3 kg
Levensverwachting
80 jaar
Terrariuminrichting
Type terrarium | Droog met vochtige schuilplaatsen |
Grootte terrarium | Van 200×100 cm tot 300×100 cm, 50 cm hoog Dit is geschikt voor 1 dier; Voor elk extra dier: 100 x 100 cm erbij. |
Temperatuur | Zomer max. 35 ºC, min 20 ºC. Winter max. 15 ºC, min 10 ºC |
Luchtvochtigheid | Zomer max. 50 %, min 30 % Winter max. 50 %, min 30 % |
Waterdeel | 10% |
Bodembedekking | lLeem/zand houtmot |
Verlichting | Normaal met UV |
Voedsel
Plantaardig: andijvie, sla, witlof, paardenbloem en blad, klaver, gras, kleinhoefbladbloemen, weegbree, muur, Heucobs, peen.
Aanbevelingen kweek
Geslachten alleen tijdens de paartijd (herfst en lente) kort (1 a 2 weken) bij elkaar. Het voedsel tijdens de verschillende klimaatsperioden (winter, zomer, lente en herfst) zoveel mogelijk aanpassen. In het voorjaar wat eiwitrijker dan in de rest van het jaar. Zoveel mogelijk vezelrijk plantaardig voedsel, en incidenteel (1 x per maand) wat fruit. In het vroege voorjaar korte regentijd nabootsen door 1 a 2 x per week te sproeien. In de eilegtijd voor voldoende diepe (tot 20 cm) vochtige zand/turf plekken zorgen. In overleg met de ESF-stamboekhouder de incubatietemperatuur vaststellen om in het fokprogramma de juiste geslachtsverhoudingen te garanderen.
Ondersoorten
Het geslacht kent globaal 9 ondersoorten. T.g. ibera wordt ook wel T. ibera genoemd. De systematiek hieromtrent is nog volop in studie; uit het gehele verspreidingsgebied zijn 7 zgn. DNA Haplotypen bekend, die mogelijk een soort of ondersoort status zullen krijgen. Afhankelijk van soort, ondersoort en geografisch type, en daarmee samenhangend het leefgebied, dient de huisvesting, klimaat en voeding te worden vastgesteld. Aangeraden wordt de geslachten gescheiden te huisvesten, en slechts tijdens de paartijd kort bij elkaar te houden. In een beschutte tuin met geschikte zonplekken is de soort (met name de oostelijke typen) ook tussen april en oktober buiten te houden. De Zuid Spaanse en Noord Afrikaanse typen dienen slechts een korte winterrust van 4 tot 6 weken te hebben; de Balkan, Klein Azië en Sovjet republieken typen kunnen naar gelang herkomst (hoogte!) een langere winterslaap van ca. 2 a 3 maanden krijgen.
Literatuur
De Moorse landschildpad (Testudo graeca). H.Zwartepoorte en J. Bruekers. 1995 Special NSV 1975-1995. 19:33.
Hoe houd ik de Moorse landschildpad (Testudo graeca). P. Bulsing. Podarcis. www.podarcis.nl
Opmerkingen
Geen soort voor echte beginner. Mannetjes (veelal kleiner dan vrouwtjes) kunnen onderling zeer onverdraagzaam zijn, en zijn zeer paarlustig (derhalve gescheiden huisvesting). De soort is erg gevoelig voor wormen (spoelwormen!); geregelde mestcontrole en behandeling nodig. Van groot belang de herkomst van de dieren te kennen en in overleg met de ESF-stamboekhouder kweekstellen samenstellen, en kweek plannen ter voorkoming van surplus, en te garanderen dat de juiste soorten, ondersoorten en typen worden gekweekt.
Wetgeving
CITES II, Europese wetgeving appendix A
Bron Peter Bulsing/Henk Zwartepoorte/ESF
Houderij Richtlijnen