Chinese driekielschildpad Chinemys reevesii
I.Toepassingsgebied
Deze gids goede praktijken is van toepassing op de Chinese driekielschildpad Chinemys reevesii.
Deze soort is ondergebracht in CITES bijlage III en in de Europese regelgeving bijlage C. Dit betekent dat deze dieren met een vergunning mogen worden geïmporteerd of geëxporteerd uit de landen van herkomst. In Nederland mogen de dieren van deze soort worden overgedragen tussen houders. Geadviseerd wordt bij overdracht of aankoop altijd een overdrachtsformulier op te stellen of een aankoopbon te vragen. Als de soort in de toekomst onder een strenger beschermingsregiem zou vallen, kan de houder de legale herkomst van de dieren/het dier aantonen.
De vrouwtjes van deze soort bereiken een schildlengte tot maximaal ca. 20 centimeter. De mannetjes blijven wat kleiner. Volwassen mannetjes herkent men aan de langere staart dan bij wijfjes en aan het iets holle buikschild.
De naam van deze soort moerasschildpad is te danken aan de drie kielen op het rugschild.
Het matig gewelfde schild heeft een overwegend bruine kleur, die echter vele variaties kent. Oudere mannetjes kunnen vrijwel geheel zwart worden. De Chinese driekielschildpad komt oorspronkelijk voor in grote delen van China, Korea, Taiwan en Japan. Daar komt het dier in een veelheid van biotopen voor zoals stilstaande en langzaam stromende wateren, moerassen, sloten en rijstvelden. De dagactieve dieren hebben een voorkeur voor begroeide ondiepe wateren met vlakke oevers. In het verspreidingsgebied hebben de populaties dieren te lijden onder habitatverlies vooral door menselijke activiteiten: het dier is geliefd als voedsel en heeft een functie in de traditionele Chinese medicijnkunst. In China wordt deze soort ook veel gekweekt in schildpaddenfarms voor deze doelen.
Bij goede verzorging kunnen Chinese driekielschildpadden zeker 30-50 jaar oud worden.
II. Voeding
Deze moerasschildpadden zijn voornamelijk carnivoren (vleeseters) en moeten net als alle schildpadden een variatie aan voedsel aangeboden krijgen. Door gevarieerde voeding kunnen tekorten aan vitaminen en mineralen in veel gevallen voorkomen worden.
Deze schildpaddensoort eet o.a. de volgende vis- en vlees voedingsmiddelen: visjes, vers en gedroogd, water- en huisjesslakken, garnalen, regenwormen, kattenvoer, pallets voor koikarpers, lundi (watervogelvoer), gedroogde kreeftjes, runderhart, krekels, meelwormen, jonge nog naakte muizen.
Kalk, van groot belang voor de groei en onderhoud van het schild en het skelet, kan gemakkelijk worden gegeven door de dieren altijd de beschikking te geven over gekookte schalen van kippeneieren of sepiaschelpen. Variatie is van groot belang. Vitaminen, mineralen en kalksupplementen dienen altijd aan het voedsel te worden toegevoegd.
Gezien het klimaat in West-Europa en dat van de natuurlijke habitat van deze soort, kan deze in een binnen aqua-terrarium worden gehouden en in de warme zomermaanden in een verblijf buiten.
In een aquarium van 120 x 60 cm grondoppervlak kunnen enige volwassen exemplaren worden gehuisvest. De bodem kan worden bedekt met een laag rivierzand. Schuilplaatsen kunnen worden gecreëerd door middel van stenen, kienhout en wortelhout. Een landgedeelte is noodzakelijk. Voor vrouwtjes moeten er plekken zijn met een diepte van de lengte van het rugschild van het dier met het oog op het kunnen leggen van eieren. Deze plekken moeten een licht vochtig grond- en zandmengsel bevatten. Een waterstand rond de 25 cm is genoeg. Omdat de dieren niet uitgesproken zwemmers zijn, moeten er voldoende klimgelegenheden zijn om op het droge te komen.
Een waterfilter met een ruime capaciteit wordt aanbevolen, zodat de waterkwaliteit op peil blijft.
Als verlichting is een TL-buis of een spaarlamp afdoende. Aansluiten op een timer is aan te bevelen, zodat er een constant dag- en nachtritme is. Een licht en warmtestraler gericht op de zonneplek(ken) van de dieren is noodzakelijk. De temperatuur onder de lamp moet zo’n 35° C zijn.
Bij veel soorten wordt de voortplanting gestimuleerd door het nabootsen van een seizoenscyclus. Dit is ook het geval bij de Chinese driekielschildpad. Die seizoenscyclus kan worden bereikt door tijdelijk de lamp(en) in het terrarium korter of langer te laten branden en de temperaturen naar gelang de jaargetijden te laten dalen of stijgen. Verdiep je in het klimaat van het natuurlijke leefgebied en boots dit na.
In de zomermaanden kunnen de Chinese driekielschildpadden in een buitenvijver worden ondergebracht. Ook hier geldt dat de waterdiepte ca. 30 cm kan zijn en het water voldoende klimmogelijkheden moet bevatten zodat de dieren gemakkelijk aan land kunnen komen. Een landgedeelte mag niet ontbreken en verder moet er gelegenheid tot zonnen zijn. Verder moet de buitenvijver veilig zijn voor de schildpadden i.v.m. predatoren (bijv. roofvogels en katten) en moet zijn omheind zodanig dat de dieren niet kunnen ontsnappen en in onveilige situaties terecht komen. Buitenvijvers dienen glooiende oevers te hebben om bij lage watertemperaturen het naar de oppervlakte komen te vergemakkelijken.
IV. Gezondheid
Een terrarium moet regelmatig worden onderhouden en het moet goed te reinigen zijn. Water moet periodiek ververst worden. Verder één keer per half jaar de bodembedekking vervangen van het terrarium binnenshuis en dit goed reinigen (één keer per zes maanden ontsmetten met desinfectans). Reptielen hebben over het algemeen geen snelle stofwisseling. Hierdoor kan het lang duren voordat men ziet dat het dier lijdt aan een ziekte. Voordat dieren overgenomen worden is het dus zaak kennis te nemen van de meest voorkomende ziektes en die te kunnen herkennen. Zet altijd alle nieuw verworven dieren minimaal 2 maanden in quarantaine voordat ze bij andere dieren worden geplaatst.
Gezondheidsproblemen die kunnen optreden bij de schildpadden:
• Verwondingen die ontstaan door: slijtage, beschadiging, verbranding, agressie, beten van andere dieren, eten van vreemde voorwerpen.
• Ziekten door huisvestingsproblemen zoals overbevolking; slecht water; verkeerde temperatuur; gebrek aan ventilatie.
• Stressverschijnselen die ze krijgen door het gedrag van andere schildpadden door verkeerde geslachtsverhoudingen in de groep of dominante mannetjes.
• Kalk- en of vitaminegebrek door verkeerde of eenzijdige voeding.
• Parasieten, in- en uitwendig; geregelde controle van de uitwerpselen is raadzaam.
Bij gezondheidsproblemen is het raadzaam tijdig een met reptielen vertrouwde dierenarts te raadplegen.
V. Soortspecifiek gedrag
Voor de kweek is het van belang dat de dieren in een kleine groep van minimaal één man met enkele vrouwen worden gehouden met de beschikking over een goed en ruim terrarium. Meer mannetjes in hetzelfde verblijf leidt tot gevechten die tot grote stress kunnen leiden. Het kan nodig zijn om mannetjes afzonderlijk te huisvesten om stress bij de vrouwtjes door voortdurende drift tot paring bij de mannetjes te voorkomen.
Vrouwtjes leggen doorgaans drie tot tien eieren per keer en kunnen dat tot zes keer per legseizoen doen. De eieren moeten worden uitgegraven en ondergebracht in een broedmachine. De broedduur kan variëren tussen de 100 en 160 dagen. De broedtemperatuur is daarop van invloed. Die bepaalt ook of er mannetjes of vrouwtjes worden geboren.
Het opkweken van de jongen is probleemloos; het voedsel is het zelfde als voor de ouders, doch klein gesneden. Jonge dieren aan het eten krijgen kan het beste gebeuren door ze levend voer voor te zetten, bijv. kleine wormpjes, muggenlarven of tubifex.
VI. Verdere informatie:
Bonin F., Devaux, B. en A. Dupré A. 1996,Toutes les Tortues du Monde
Bonin F., Devaux, B. en A. Dupré A. 2007, Enzyklopädie der Schildkröten
Hofmann, T. 2011. Die Chinesische Dreikielschildkröte Chinemys reevesii (serie Art für Art). Münster, Natur und Tier-Verlag
Schilde, M. 2004. Asiatische Sumpfschildkröten: Die Familie Geoemydidae in Südostasien, China und Japan, Münster, Natur und Tier-Verlag
Diverse artikelen in De Schildpad en Trionyx, Nederlands-Belgische Schildpadden Vereniging
Websites:
www.huisdieren.nu
www.trionyx.nl
www.trionyx.nl
bron Jan Boonstra/NBSV en Henk Zwartepoorte/ESF
Houderij Richtlijnen