Roodoogmaki kikker / Agalychnis callidryas

Toepassingsgebied
Deze gids goede praktijken is van toepassing op de Agalychnis callidryas. De roodoogmaki vind je van Zuid-Mexico tot en met Panama. Je vindt ze met name in laagland regenwouden, begroeide heuvels, vaak vlak bij water.
Deze grote boomkikkers kunnen tot ongeveer 7cm groot worden en kunnen een leeftijd bij de juiste verzorging van ongeveer 5 jaar behalen. Het verschil tussen het mannetje en vrouwtje is moeilijk te zien, het mannetje heeft een iets donkere kwaakblaas en het vrouwtje is iets groter.
Callidryas is herleid uit het Grieks, kallos betekent mooi en dryas betekent boomnimf. Het lichaam is bladgroen, de flanken en buik zijn wit tot geel en de ogen zijn knalrood. Ze puilen wat uit en zijn duidelijk te zien, maar in rust schuift een membraan-achtig ooglid over het oog en is de kleur niet te zien ter camouflage. Op de flank zijn enkele vierkante blauwe vlekken aanwezig evenals een vlek vóór iedere voorpoot. Er is wel kleurverschil tussen populaties uit het noorden van zijn verspreidingsgebied met die van uit het zuiden van zijn verspreidingsgebied. De achterzijde van de buik en tenen met hechtschijven zijn geel tot oranje. waar hij zich gemakkelijk tegen gladde wanden kan voortbewegen. Mannetjes worden maximaal 5,5 cm en vrouwtjes maximaal 7 cm. De vrouwtjes zijn meestal iets dikker en hebben van opzij gezien een wat stompere snuit. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kwaken om zo hun territorium af te bakenen, echter alleen het mannetje heeft een paringsroep. De dieren zijn nachtactief en slapen overdag op een blad of in een oksel van een bromelia.

Voeding
Deze boomkikkers eten alleen levend voer. In gevangenschap kunnen fruitvliegen, kleine krekels, krulvliegen, wasmotten, kleine nachtvlinders en andere insecten ter grote van een krulvlieg gegeven worden. Deze voedseldieren zijn bij gespecialiseerde dierenwinkels te verkrijgen en anders zijn ze te bestellen via het internet bij gespecialiseerde bedrijven. Zelf kweken van de voedseldieren is natuurlijk ook goed mogelijk. Op de website van de Nederlandse kikker vereniging is hier informatie over te vinden, naast ook de adressen van bedrijven die voedseldieren leveren. Het is belangrijk gevarieerd en niet te veel te voeren.
Voor een goede ontwikkeling hebben de dieren ook behoefte aan vitaminen en mineralen. Op de markt zijn verschillende fijne poeders om bijvoorbeeld de fruitvliegen te bestrooien zodat de kikkers de insecten met poeder opeten.

Huisvesting
De dieren komen van nature voor op de grote bladeren van planten in het oerwoud of in de omgeving hiervan. Hier is het altijd vochtig en is een gemiddelde temperatuur van ongeveer 26oC, waarbij het ’s nachts een paar graden afkoelt.
De roodoogmaki is een boomkikker en heeft graag een terrarium vol met planten, vooral planten met wat grotere bladeren. Overdag slapen ze meestal onder de bladeren. Gezien zijn territorium- en voorplantingsgedrag vraagt hij om een wat groter terrarium. Een niet al te diepe waterpartij is ook erg belangrijk, de roodoogmaki maakt af en toe graag gebruik van een duik in water, niet dat hij zwemt, maar hij zit soms graag even in het water en klimt er dan weer uit. De waterpartij is natuurlijk ook van belang voor de voortplanting.
Roodoogmaki’s doen het goed in groepjes, maar daarvoor heb je wel de ruimte nodig. Mannen moeten minstens een halve meter uit elkaar kunnen zitten. Voor een koppeltje is een hoger terrarium beter dan een breder in verband met hun levenswijze. In een hoger terrarium kan beter een grote plant geplaatst worden. Belangrijk is dat in het terrarium voldoende luchtcirculatie is en dat de relatieve luchtvochtigheid hoog is. In de handel zijn hiervoor speciale terraria te koop. Voor het afvoeren van overtollig sproeiwater is het handig om een (afsluitbaar) afvoerputje te monteren in de bodemplaat. Stilstaand water kan een bacteriële infectie veroorzaken.
Op de bodem kan men een combinatie van turfstrooisel en potgrond gebruiken. Bark of schorssnippers kan hinder geven aan de kikkers omdat dit vaak aan de vochtige huid blijft plakken wanneer ze er mee in aanraking komen. Ook is de kans op het inslikken ervan aanwezig bij het vangen van een prooi. De achterwand moet van materiaal zijn dat het niet snel kan wegrotten en dat voedseldieren zich hier niet achter kunnen verschuilen.
Plaats er verder een aantal stronken hardhout en of wat grote stenen in het terrarium. Beplant het terrarium met bromelia’s en andere breedbladerige tropische planten zoals bijvoorbeeld een Dieffenbachia of een groot bladerige Spathiphyllum. Planten op de bodem kunnen in de pot blijven. Daarbij zijn takken ook van belang om de dieren de mogelijkheid te geven om te kunnen klimmen. TL buizen of T5 buizen zijn goed geschikt om het terrarium te verlichten.
Temperatuur
De temperatuur dient tussen de 24° en 26°C. In de zomer moet echter gewaakt worden voor hoge temperaturen, de boomkikkers kunnen hier slecht tegen. Plaats het terrarium niet in de zon. ’s Nachts mag de temperatuur niet onder de 18°C zakken.
Vochtigheid
Boomkikkers hebben een dunne huid die snel kan uitdrogen. Een klein ondiep watergedeelte moet daarom altijd aanwezig zijn zodat ze naar wens een frisse duik kunnen nemen. Let er wel op dat het watergedeelte niet te diep is en ook niet te koud is omdat de dieren gevoelig zijn voor een (te) snelle afkoeling. In tegenstelling tot “Hollandse” kikkers zullen zij in het water verblijven en kunnen in te diep water makkelijk verdrinken.
Afhankelijk van de kikkersoort en de aanwezige beplanting moet gesproeid worden om een hoge luchtvochtigheid te waarborgen. Overdag mag de luchtvochtigheid dalen tot 70% om ’s avonds weer tot 100% te stijgen. Gebruik bij voorkeur zacht water of liefst gefilterd schoon regenwater, dat laat bovendien geen lelijke kalkvlekken achter op bladeren.

Verdere informatie
www.gifkikkerportaal.nl

NORMBLADEN PVH (GIDSEN VOOR GOEDE PRAKTIJKEN) in pdf
GGP Agalychnis callidryas