Roodkeelanolis / Anolis carolinensis
Herkomst
Zuidelijk deel van de Verenigde Staten.
Biotoop / habitat
De roodkeelanolis is een cultuurvolger, leeft hoog in bomen en grote struiken, in bossen maar ook in parken en tuinen.
Afmetingen
Kopromp lengte: man 7 cm, vrouw 5,5 cm – Totale lengte: man 20 cm, vrouw 16 cm
Geslachtsonderscheid
Mannen hebben 2 postanale schubben. Vrouwtjes bezitten vaak een lichte streep over de rug, Volwassen mannen zijn groter, hebben grovere kop, dikkere staartwortel en grotere keelwam.
Terrariuminrichting
Type terrarium | Subtropisch bosterrarium. Paludaria zijn vaak te vochtig, en daardoor ongeschikt. Veel verticale dikke klimtakken, dieren moeten uit elkaars zichtveld kunnen blijven. Achter- en zijwanden van schors of kurk, varenwortel is minder geschikt. Op de bodem zijn bodembedekkers zoals Fittonia, Tradescantia en Peperomia geschikt en daarnaast grotere planten zoals Anthurium of Philodendron. Ook Bromelia’s (kokerplanten) zijn zeer geschikt, omdat in deze planten water in de koker blijft staan, wat zorgt voor een hogere luchtvochtigheid in de bak en er wordt soms ook uit gedronken. Tillandsia’s of stevige orchideeën kunnen op de takken of achterwand worden geplaatst. |
Grootte terrarium | Oppervlakte: 0,25 m² (50×50 cm), hoogte 70 cm. Alleen of per paar huisvesten, omdat de dieren erg territoriaal zijn. Combineren met andere soorten is af te raden. |
Klimaat | ’s Zomers warm, temp overdag 25-30°C, ‘s nachts 15-20°C, daglengte 16 uur. ‘s Winters koeler, overdag 15-18°C, ‘s nachts 10-15°C, daglengte 10 uur. Relatieve luchtvochtigheid overdag 50-60% en ‘s nachts 80-90%. |
Waterdeel | Geen permanent en/of stromend water in de bak nodig |
Bodembedekking | Tuinturf, stekgrond. Ongeveer 5-10 cm hoog |
Verlichting | TL en UV lamp in lichtkap, gloeilamp in terrarium voor plaatselijke opwarming (35-40°C). Hoe meer licht, hoe beter de dieren zich op hun gemak zullen voelen. |
Voedsel
Voer niet te veel, twee maal per week is over het algemeen voldoende, alleen in de voortplantingstijd heeft het vrouwtje meer nodig. Opgroeiende jongen doen het het beste wanneer ze dagelijks kleine porties krijgen. Voor wat betreft voedseldieren is variatie belangrijk. Weideplankton, kleine krekels, vliegen, meelwormen zijn geschikt. De voedseldieren kunnen het beste bepoederd met kalkvitaminepreparaat worden aangeboden. Dit preparaat zou ook vitamine D3 moeten bevatten. Sproei ’s avonds of s ochtends vroeg en zorg dat de bak na twee uur weer opgedroogd is. Bij het dagelijkse sproeien likken de dieren de druppels van de bladeren.
Aanbevelingen voor de kweek
Koelere winterrust (zoals aangegeven in klimaatgegevens) is nodig om de dieren in voortplantingsstemming te brengen. In het voortplantingsseizoen voorjaar en zomer begraven vrouwtjes één ei per twee weken in de bodem. Eieren opgraven en apart uit laten komen (incubatietemperatuur tussen 20-30°C, eieren komen na 35-60 dagen uit). Jongen liefst individueel opkweken.
Opmerkingen
Bijzonder territoriaal, vooral de mannen dulden geen andere mannetjes in de nabijheid. Ook vrouwen zijn onderling zeer agressief.
Aanbevolen literatuur
Fläschendräger, A. en L. Wijffels (1996): Anolis. Natur und Tier Verlag, Münster
Bron
Lacerta