Samenvatting Samenwerken aan behouden, het kan!!

Het (be)houden van dieren is al erg oud, de hond werd al 14 -15.000 jaar voor Christus gehouden, sommigen gaan zelfs uit van meer dan 40.000 jaar geleden. In eerste instantie begon de mens met het houden van dieren voor zijn eigen gemak, de hond als bewaker en hulp bij de jacht, de geit, het schaap en de koe volgden. Deze dieren werden gehouden als voedingsbron en voor de huid, de wol en melk.
Pas nadat de mens het gemakkelijker krijgt en niet meer ‘alleen maat’ hoeft te overleven, worden er ook andere dieren gehouden. In het oude Egypte werden 4000 jaar geleden al dieren bij de paleizen van de farao’s gehouden. En ook in het Romeinse rijk werden al dieren gehouden.

Toen de Europeanen steeds meer over zee gingen reizen kwam in Europa het houden van exoten steeds meer in zwang. In Wenen werd in 1569 voor de eerste exoten een jacht- en dierentuin ingericht bij schloss Kattenburg, het huidige Schönbrunn.
De eerste fok programma’s waarin de diertuinen echt samenwerkten waren voor de wisent in 1921, het Przewalski paard in 1945 en de Arabische oryx in 1962.
Wereldwijd samenwerken met 3 fokprogramma’s, dat gaat nog wel, een kleine groep mensen en weinig diersoorten. Echter, op dit moment zijn er alleen al in EAZA 366 programma’s: 184 EEP en 182 ESB. Dan wordt samenwerken een veel ingewikkelder verhaal.
De fokprogramma’s vragen een goede en nauwe samenwerken en goede afspraken tussen alle houders van de betreffende soort. Daar komt heel wat bij kijken: het eigendom van dieren, het verplaatsen van dieren, de huisvesting, de verzorging, de diëten, het gezondheidsbeleid, de genetische aspecten en de wetgeving (Cites, houden van dieren, welzijn). Er zijn overigens
verschillen in aanpak tussen het meer sturende EEP en het minder intensief beheerde ESB.
Samenwerken met anderen (kleine dierentuinen, hobbyhouders) kan dat? Of geeft dat nog meer (samenwerkings)problemen? Het succes van alle vormen van samenwerking zit in het nakomen van afspraken. Veel belangrijker nog is de overtuiging bij alle deelnemers dat samenwerking in de fokkerij de enige mogelijkheid is om dieren te kunnen behouden, zowel in gevangenschap als voor veel soorten ook in het wild.