Gerbil: Wetgeving
- Gerbils in huurwoningen
- Koopovereenkomsten/ afstandsverklaring
- Aansprakelijkheid
- De Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren
Gerbils in huurwoningen
Vaak staat er in een huurovereenkomst of u huisdieren mag houden, of dat u het moet vragen. Soms staat er zelfs in dat huisdieren verboden zijn. Als u in een van deze twee laatste gevallen toch, zonder vragen, een gerbil in huis neemt bent, bent u in overtreding. Het kan ook zijn dat er niets staat in de overeenkomst. In dit geval kunt u aannemen dat het mag zolang het diertje geen overlast veroorzaakt bij medebewoners.
Indien het gevraagd moet worden, is het verstandig dit ook altijd vooraf te doen. Vaak zal het hygiënisch houden van een paar gerbils worden gedoogd, maar het kan ook zijn dat een verhuurder een goede reden heeft geen huisdieren in de huurwoning te willen. Staat het in het contact dan kunt u weinig anders doen dan het te accepteren. Ga dit altijd na vóórdat u een gerbil in huis neemt, of vóórdat u verhuist naar een (andere) huurwoning. Dit voorkomt problemen.
Koopovereenkomsten/ afstandsverklaring
Bij het kopen van een dier kan er een koopovereenkomst gesloten met de verkoper. Dit kan een schriftelijke overeenkomst zijn, maar ook een mondelinge overeenkomst is mogelijk. Schriftelijk kun je hem vast leggen in een afstandsverklaring of nakweek verklaring.
In een schriftelijke overeenkomst staat het dier volledig beschreven, met gegevens als gewicht, kleur, leeftijd, wel of niet fokgeschikt en mogelijk als bijlage een stamboom. In een afstandsverklaring of nakweek verklaring staan de gegevens als: adres, telefoon en E-mail van de fokker, evenals die van de koper dus de nieuwe eigenaar van de gerbil. Een stamboon geeft aan wie de ouders zijn, en daar de ouders van, meldingen van kleur en leeftijd horen hier vaak bij. Door middel van een stamboom kun je voorkomen dat er inteelt komt.
Aansprakelijkheid
Als eigenaar bent u altijd aansprakelijk voor wat uw huisdiertje doet. Dus ook bijvoorbeeld als de gerbil op de een of andere manier schade toebrengt aan iets of iemand. Te denken valt bijvoorbeeld aan een gerbil die een bezoeker bijt. Ook al kunt u daar niets aan doen, u blijft aansprakelijk. Alleen als kan worden bewezen dat het gedrag van de gerbil is te wijten aan het gedrag of provocatie van de bezoeker, dan komt de schuld geheel of gedeeltelijk te vervallen.
De Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren
De GWWD is een nationale wet waarin welzijnsbepalingen voor gehouden dieren zijn opgenomen. De centrale waarden zijn:
– De eigenwaarde van dieren (en dus niet de waarde die het dier heeft voor de mens aan de hand van het ‘nut’ wat het dier heeft)
– Het nee-tenzij principe (handelingen zijn verboden tenzij in de wet staat dat het is toegestaan).
Één hoofdstuk is volledig gewijd aan de zorg voor het welzijn van het dier.
In de GWWD staan algemene regels die gelden voor alle dieren. Daarin staat onder andere dat het verboden is een dier onnodig pijn te doen of zijn gezondheid of welzijn aan te tasten. Ook mag een dier geen verzorging worden onthouden en mogen ze niet worden gebruikt als prijs, beloning of gift. Tevens mogen ingrepen niet worden uitgevoerd, tenzij in de wet een uitzondering wordt gemaakt. Ook zijn er regels te vinden over huisvesting, slachten, vervoeren enzovoorts.
Waar de doorsnee knaagdierhouder mee te maken krijgt zijn voornamelijk de regels over huisvesting, welzijn en verzorging die hierboven zijn genoemd. Daarnaast moet bijvoorbeeld de huisvesting bij veel dieren voldoen aan bepaalde maten, materiaaleisen, voer en drinkvoorziening, verlichting en ventilatie en dergelijke. Bij kleine zoogdiertjes voldoen de meeste in de handel verkrijgbare kooien hier wel aan. Verder is de fok vaak aan regels gebonden met betrekking tot de methode, de registratie van de dieren en de gebruikte ouderdieren.