Chinchilla
- Algemeen
- Biologie
- Oriëntatie vooraf
- Benodigdheden
- Voeding
- Huisvesting
- Gezondheid en ziektes
- Voortplanting
- Gedrag
- Vakantie
- Afstandsdieren
- Wetgeving
- Organisaties
- Bibliotheek
- Houderij Richtlijnen
Biologie
Daar chinchilla’s in hun oorspronkelijke biotoop grote roofvogels als ergste vijand hebben, reageren zij fel op een benadering van bovenaf, door bij een aanraking een groot gedeelte van hun vacht los te laten. Bij stress zullen zij deze ook aanvreten bij zichzelf of anderen, echter zonder elkaar te verwonden.
Oriëntatie vooraf
Voor deze dieren moeten goed afgesloten hokken worden gekocht of getimmerd anders gaan ze er vandoor, maar in het wild kunnen ze zich meestal niet handhaven. Chinchilla’s, ratten en prairiehondjes kunnen zeer tam worden. De meeste hamsters en muizensoorten zijn meer dieren om naar te kijken, niet om te knuffelen. Chinchilla’s worden wel eens vijftien jaar, ratten maar drie tot vijf jaar. Terwijl de muizen en hamsters ook met een jaar of drie al aardig bejaard zijn. De knaagdieren hebben de naam dat ze stinken maar dat valt reuze mee als het hok maar goed schoon wordt gehouden.
Chinchilla’s kunt u zowel aanschaffen bij liefhebbers die nestjes kweken of bij de dierenspeciaalzaak. Aanbevolen wordt het koppelgewijs houden van de dieren; een mannetje met een vrouwtje, twee mannetjes (het liefst samen opgegroeid). Wil men geen jongen, dan kan het mannetje eenvoudig worden gecastreerd. Het samenbrengen van twee vrouwtjes is moeilijker, daar zij in de groep een dominante rol spelen en het gemakkelijk tot rangordeschermutselingen kan komen.
Volwassen dieren zijn lastig aan elkaar te wennen, maar met wat extra aandacht lukt het meestal wel binnen een paar dagen. Een chinchillakoppel vormt een voorbeeld van trouw en genegenheid jegens elkander, waarbij de geur van de partner een duidelijke herkenning vormt.
De vrouwtjes zijn duidelijk dominant, mannetjes vormen onderling een sociale rangorde. Jonge dieren kunnen meestal probleemloos samen opgroeien. In groepen gehouden chinchilla’s vertonen hetzelfde gedrag als koppelsgewijs gehouden dieren, met dit verschil, dat ‘paringsbereide’ vrouwtjes bij voorkeur paren met mannen van een andere groep, waarbij ze na de paring terugkeren naar hun eigen groep (natuurlijke inteeltprotectie).
Voeding
Een uitgebalanceerde chinchillapellet is, mits hard genoeg geperst, ideaal basisvoer. Gemengd voer wordt door de chinchilla uitgezocht en alleen de lekkere zaken worden gegeten, waardoor tekorten kunnen ontstaan. Zeer matig verstrekte groente en fruit zijn een must! Beter is mondjesmaat gedroogd fruit, zoals af en toe een rozijntje, stukje gedroogde appel. Maar dan niet meer dan een theelepel per dag! Hooi en wat malse wilgen- of fruitboomtakken zijn gezond, goed voor het gebit en geven afleiding. Bovendien kunnen chinchilla’s daarin klimmen.Van kersenhout/ perenhout is bekend dat hier voor de chinchilla schadelijke stoffen in zitten.
Het geven van gewassen paardenbloembladen en rozenbottels wordt door veel chinchillahouders als goede zaak gezien. Let bij het geven van takken wel op, dat deze niet gevorkt zijn, een chinchilla kan hier bekneld in raken en een poot breken. Ook het geven van een stukje gasbeton, (knaagsteen) draagt bij aan het welzijn van de dieren. Zij bijten er in en slijten hun tanden en tevens geeft dat weer een bezigheid.
Huisvesting
Verantwoorde huisvesting vormt vaak een probleem. Veel winkeliers promoten zonder het te weten absoluut verkeerde kooien. Een chinchillakooi moet volgens ons aan de minimummaat 80 x 50 x 100 cm voor een tweetal chinchilla’s bezitten en de kooi moet uitgerust zijn met knaagvaste materialen (dus zo min mogelijk kunststof) en etages, zodat er meer oppervlak ontstaat. Deze verdiepingen verminderen de kans op valpartijen (vooral bij jonge dieren). Verder is een goede kooi uitgerust met voldoende zitplankjes (geen gladde stokken) en een niet te gemakkelijk open te maken deur. Daarnaast moet minstens één zijde dicht zijn. Dit geeft de dieren rust en heeft als bijkomend voordeel dat er minder rommel naast de kooi terechtkomt. Tot slot dient de kooi een slaaphuisje te bevatten, dat niet te hoog wordt neergezet en gemakkelijk te verwijderen en/of te reinigen is. In de winkel worden steeds meer kooien aangeboden die aan deze eisen voldoen. Gebruik nooit een te hoge kooi, een chinchilla is een klauteraar, geen klimmer! Het dagelijks gegeven stofzandbad wordt hooglijk gewaardeerd en waarborgt een schoon en vetvrij.
Gezondheid en ziektes
De laatste jaren is er veel werk verzet om een stuk voorlichting te geven aan dierenartsen omtrent sterilisatie/ castratie en de behandeling van zieke chinchilla’s, omdat dit tijdens hun studie niet of nauwelijks is behandeld. De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn gebits- en darmproblemen, vaak te wijten aan een verkeerde voeding. Een chinchilla eet vrijwel aan alles of zal er in ieder geval aan knagen en het uitspuwen.
Voortplanting
Met een draagtijd van ongeveer 111 dagen en een gemiddelde nestgrootte van twee jongen – en dat hooguit tweemaal per jaar (meestal maar 1 worp) – is de ‘productie’ niet groot te noemen en zal er niet gauw overcapaciteit ontstaan.
Afgestoten jongen kunnen (mits ze de eerste voedingsbiest gehad hebben) meestal handmatig worden gespeend. Wij hebben verscheidene malen uitgestoten of moederloos geworden jongen laten opvoeden door onze cavia’s die dicht in relatie tot de chinchilla staan, ongeveer dezelfde melk geven en de diertjes meestal liefdevol opnemen.
Gedrag
Chinchilla’s zijn geen echte nachtdieren. Ze zijn eigenlijk ‘schemeractief’. Dit maakt een wezenlijk verschil in het houden en verzorgen van deze dieren. Uit ervaring weten wij, dat ze zich min of meer aanpassen aan de leefwijze van hun verzorger, deze duidelijk aan stem en geur herkennen en snel wennen aan de op vaste tijden gegeven aandacht en voedsel.
Stress of onaangepast, nerveus gedrag is meestal het gevolg van invloeden van buitenaf. Lawaai of onrust, fel licht of constante tocht of bedreiging door bijvoorbeeld een constant blaffende hond of een kat die op de kooi gaat liggen.
Chinchilla’s kennen een veelvoud aan contactgeluiden als waarschuwing of geruststelling. Ook dreigen de vrouwelijke dieren in angst met urine te spuiten naar hun belager. De dieren zullen zelden of nooit (door)bijten, zijn innemend brutaal en laten zich door hun verzorger graag aanhalen en strelen, vooral bij de kop en in de nekstreek.
Vakantie
Bedenk altijd ruim van tevoren welke mogelijkheden u heeft wanneer u op vakantie zou gaan en regel dit ook ruim voordat u daadwerkelijk vertrekt. Veel pensions zitten al ruim voor de vakanties volgeboekt. Er zijn in principe twee opties als uw chinchilla niet mee kan op vakantie. De ene is dat hij thuis blijft waar hij door een ander wordt verzorgd. De andere optie is dat hij ergens anders ondergebracht wordt. Dit kan zijn bij vrienden of familie, maar er zijn ook speciale pensions voor kleine zoogdieren.
Als u weg bent is het voor zowel de verzorger als uzelf prettig als u te bereiken bent. Laat daarom altijd een briefje achter met adres en telefoonnummer waar u te bereiken bent. Dit geeft beide partijen een prettiger en zekerder gevoel. Ook het achterlaten van een nummer en adres van de dierenarts kan voor een vriend of familielid handig zijn. Als uw chinchilla dan onverhoopt een dierenarts nodig mocht hebben, bent u ervan verzekerd dat hij binnen een niet al te lange tijd en door een door u uitgekozen dierenarts wordt behandeld. Immers de verzorger hoeft niet eerst in het telefoonboek opzoek naar een nummer van een dierenarts in de buurt.
Wat daarnaast ook heel belangrijk is als de chinchilla niet naar een pension gaat, is een voorraad van alles wat het dier hebben moet. Zorg dat bijvoorbeeld voer en bodembedekker op voorraad zijn of laat eventueel een adres achter waar de verzorger dit bij kan halen.
Het is aan te bevelen dat u van tevoren opschrijft hoe de chinchilla normaal verzorgd wordt en wanneer dit wordt gedaan. U kunt een soort schema of checklist maken met voermomenten en schoonmaak en dergelijke. Daarin kan tevens overzichtelijk en met duidelijke instructies uiteengezet worden hoe het moet gebeuren. Een gebruiksaanwijzing van de chinchilla dus eigenlijk. Het is ook verstandig de handelingen aan een, onwetende, verzorger een keertje voor te doen. Spreek ook af of en hoe vaak u zult bellen om te informeren hoe het gaat. Want u laat uw chinchilla makkelijker en onbezorgder achter als u weet dat er net zo goed voor hem of haar wordt gezorgd als dat u zelf zou doen. En het gaat er in de vakantie juist om dat u, maar ook uw chinchilla, een plezierige en onbezorgde tijd heeft.
Bibliotheek
ouderij Richtlijnen Chinchilla