Oosters Korhaar
De Oosterse Korthaar is geen kat om lang alleen te laten, aangezien het een zeer aanhankelijke en “spraakzame” kat is. Hij is erg luidruchtig, nieuwsgierig en beweeglijk. Het is een kat die veel van spelen houdt en dit ook op late leeftijd nog steeds leuk vindt. De Oosterse Korthaar is een erg intelligente kat, die veel kan leren (zoals het lopen aan de riem), maar ook zelf veel ontdekt (zoals het openen van de koelkast bijvoorbeeld). De Oosterse Korthaar kan goed overweg met andere katten en honden. Met kinderen vormt deze kat geen probleem. Oosterse Kortharen zijn sociaal ingestelde katten, die veel geaaid en geknuffeld willen worden. Ze houden dan ook van aandacht en visite zal daar dan ook zeker aan moeten geloven.
Oosterse Kortharen kunnen echter slecht tegen veranderingen binnen het gezin en ze kunnen jaloers reageren op nieuwkomers. Daarnaast kunnen ze ook dagen treuren om een verdwenen kameraadje.
Uiterlijk
De kop van de Oosterse Korthaar is wigvormig en dient met de schuin geplaatste oren een perfecte driehoek te vormen. De neus is lang en recht. De oren zijn groot. Op het voorhoofd heeft de tabby-kat een M-vormig teken. De ogen zijn amandelvormig, iets schuin geplaatst en moeten groen zijn in tegenstelling tot de Siamees, die blauwe ogen heeft. De Oosterse Korthaar is middelgroot met een slanke bouw en een fijne bottenstructuur. Het is een lenige kat, die een sierlijke en elegante indruk maakt. De poten van de Oosterse Korthaar zijn slank, met ovale voetjes. De kat heeft een lange, dunne staart, die smal toeloopt. De vacht van de Oosterse Korthaar is zijdezacht, kort en fijn van structuur. Kenmerkend voor het ras is dat de ondervacht grotendeels ontbreekt. De Oosterse Korthaar kan in diverse kleuren en met diverse patronen gefokt worden. Maar desondanks blijft Havana (een soort bruin), de eerst erkende kleur, het meest populair. Bij geheel witte katten komt soms de odd-eye voor (beide ogen in een andere kleur).
Gewicht
3,5 tot 6,5 kilo.
Verzorgingseisen
De Oosterse Korthaar heeft relatief weinig vachtverzorging nodig, aangezien zijn vacht niet zo snel vuil wordt. Eén keer in de week borstelen met een zachte borstel is over het algemeen voldoende.
Oorsprong
De Oosterse Korthaar is afkomstig uit Thailand. Hij is in 1900 tegelijk met de Siamezen meegenomen naar Groot-Brittannië. Omdat de toenmalige liefhebbers en fokkers alleen interesse hadden voor de colourpoints* (die typerend zijn voor het Siamese ras) en niet voor de effen kleur, verdwenen de Oosterse Kortharen een tijdje van het toneel. Rond 1950 laaide de interesse voor een effen Siamees echter op en na het kruisen van Siamezen met gewone huiskatten en Abessijnen, ontstond er een kat die nu Oosterse Korthaar wordt genoemd. De allereerste ‘officiële’ Oosterse Korthaar was een bruine kater, genaamd Elmtower Bronze Idol. Hij werd geboren in 1952. In 1958 kreeg deze bruine variëteit, Havana genoemd, erkenning en in de jaren zeventig volgden de andere kleuren. Vanwege de gedeelde afkomst hebben Siamezen en Oosterse Kortharen veel overeenkomsten, al zijn er ook een aantal duidelijke verschillen te zien tussen de beide katten.
*Colourpoints: ook wel Himalayapatroon genoemd, waarbij de poten, oren, snuit en staart (en genitaliën) donkerder van kleur zijn dan de rest van het lichaam. Ze worden ook wel genoemd naar de kleur van de donkere vachtdelen, zoals seal points (seal is de benaming voor donkerbruin bij oosterse rassen).
Opmerkingen
De Oosterse Korthaar is erg snel volwassen, maar toch is het niet raadzaam om al heel jong met de kat te gaan fokken. Aangezien de Oosterse Korthaar dol is op klimmen, is een goede krabpaal onontbeerlijk, anders heeft het meubilair heel wat te voortduren.
Erfelijke ziektes/ afwijkingen
Een nadeel van de kruisingen met Siamezen is dat de Oosterse Kortharen zo ook een aantal erfelijke ziektes hebben overgeërfd. Zo hebben ze, net als Siamezen, last van luchtwegaandoeningen en hartproblemen. Andere erfelijke ziektes/ afwijkingen zijn ‘crossed eyes’, amyloïdose en corneal sequestrum.
