Mijn hond wil niet (meer) loslaten
Een paar weken geleden gaf iemand mij een hondenfrisbee cadeau. Na wat eerste onwennige pogingen zijn Youri en ik verslaafd geraakt aan het frisbeeën. Als het niet regent staan we zeker 3 keer per dag in de achtertuin te oefenen. Voor mij is het de kunst het voorwerp zo weg te gooien dat hij in een rechte lijn over Youri’s rug en kop heen vliegt. Nu hoeft hij alleen nog maar zijn bek te sluiten om de frisbee te vangen. Als een poging is geslaagd geef ik een vreugdekreet, is het mislukt dan zeg ik niets. Na een aantal keren kon Youri het verband leggen tussen mijn vreugdekreet en zijn succes. En hoe meer vreugdekreten ik slaag hoe harder hij zijn best doet. Maar er zit ook een keerzijde aan het verhaal. Want iedere keer als hij de frisbee heeft gevangen komt hij snel naar mij terug gelopen, maar als hij eenmaal verwachtingsvol voor mij staat, kost het hem moeite om het speeltje los te laten. Nu heeft Youri de betekenis van het woordje ‘los’ al op zeer jeugdige leeftijd, 10 weken, aangeleerd. En we hebben het ‘los’ commando vervolgens op allerlei plaatsen met allerlei voorwerpen geoefend. Waarom ontstaat dan de situatie dat Youri moeilijker loslaat als hij de frisbee heeft gevangen?
Honden hebben, net als mensen, hun voorkeur voor bepaalde zaken. Zo zijn er honden die niets geven om hondenspeeltjes maar erg opgewonden raken van een buffelhuidenkluif.
Ook zijn er honden die bezitterig worden als je ze een echt bot van de slager geeft en weer andere honden geven niets om eten maar krijgen een hebberige blik in hun ogen als ze een bal in hun bek hebben.
Er is ook nog een categorie honden die de waak en verdedigingssport beoefenen en in alle staten geraken als ze een jute mouw in hun bek hebben. Voor Youri is een door hem gevangen frisbee een voorwerp dat zoveel opwinding veroorzaakt dat het loslaten hiervan wat conflictgedrag veroorzaakt. Aan de ene kant wil hij het graag hebben, dus niet afgeven, maar aan de andere kant heeft hij geleerd dat loslaten betekent dat we weer verder spelen. Het conflict zorgt voor een vertraging in het loslaten. Door niet te straffen maar wel gericht te trainen heb ik de balans in het conflictgedrag laten overslaan naar het loslaten. Hoe kunt u nu uw hond leren om onder alle omstandigheden los te laten?
Los vaak niet of verkeerd aangeleerd
Om te beginnen moet uw hond wel de betekenis kennen van het woord ’los’. Dit klinkt als een vanzelfsprekendheid maar gelooft u mij; veel honden snappen het commando niet terwijl de eigenaar daar geen erg in heeft. Sterker nog, veel honden zijn er van overtuigd dat ‘los’ betekent dat je iets juist stevig vast moet houden. Dit misverstand is niet toevallig ontstaan, het heeft te maken met de manier waarop een hond leert namelijk door te associëren. De hond koppelt het één aan het ander en kan zo de betekenis van een woord gaan begrijpen. Als de eigenaar iedere keer het woord ’zit’ zegt als de hond gaat zitten, leert de hond uiteindelijk de betekenis van het woord ‘zit’. Als de baas iedere keer ‘luid’ zegt als de hond blaft leert de hond dat ‘luid’ hetzelfde is als blaffen.
De hond heeft hier geleerd: iedere keer als ik een voorwerp tussen mijn kaken heb zegt de baas ‘los’ dus betekent ‘los’ dat ik iets tussen mijn kaken moet vastzetten. De eigenaar is wanhopig en denkt: mijn hond negeert mijn commando. Het is een soort Babylonische spraakverwarring tussen de hond en zijn baas. Willen we de hond de betekenis van het woord ’los’ bijbrengen, dan moeten we dit woord dus gaan zeggen als de hond iets loslaat. Maar hoe krijgen we de hond zover dat hij zijn bek opendoet als er iets inzit wat hij liever wil vasthouden?
Hoe dan wel de juiste associatie aanleren?
De eenvoudigste manier is om in de aanleerfase van de oefening ‘los’ iets te hebben waarmee u kunt ruilen. Het is van cruciaal belang dat u over het ruilobject heeft nagedacht, het moet namelijk iets zijn wat de hond de moeite waard vindt. En dat kan van alles zijn: een brokje, een speciaal koekje, een stukje kaas of worst, maar het mag ook een bal zijn. Of als hij een bal vast heeft een andere bal. Het belangrijkste is dat uw hond het accepteert als ruilobject.
U doet de oefening eerst onder door u te controleren omstandigheden. Bij honden, die al aangeleerd hebben om weg te lopen als de baas iets wil afpakken, doet u een halsband met een riem om. Hiermee kunt u voorkomen dat de hond weg loopt maar het is niet de bedoeling om hem te corrigeren. Dus niet aan de lijn rukken, niet boos worden, maar gewoon de lijn vasthouden waardoor de hond als hij aan het eind komt niet verder weg kan.
Nu geeft u de hond iets wat hij vast mag houden en u stimuleert een rustig spel. Maak hem de eerste keren niet al te opgewonden. Nu houdt u het ruilobject voor de neus van de hond en zodra hij zijn kaken van elkaar doet om het speeltje los te laten zegt u het woord ’los’. Als het speeltje uit zijn bek is krijgt hij het voertje. U herhaalt de oefening 3 keer en iedere keer let u erop dat u het woord ‘los’ pas zegt als de hond zijn bek opendoet. U volgt dus de hond want pas als hij de bek opent zegt u ‘los’. Het enige wat u aan het doen bent is de hond de betekenis van ‘los’ leren; u bent niet bezig hem een commando te geven.
Op de tweede dag herhaalt u de oefening nog een aantal keren. Als het goed gaat maakt u het iets moeilijker. U houdt het ruilobject (brokje of ander speeltje) niet voor zijn neus om hem te stimuleren om los te laten, maar u blijft rechtop staan en houdt dit in uw hand ter hoogte van uw borstbeen. Verder doet u de oefening hetzelfde; u zegt pas ‘los’ als hij loslaat. Werkt dit ook goed dan gaat u het woord ’los’ eerder zeggen dan de hond zijn bek opendoet. De timing van het commando is nu aan het verschuiven. De hond krijgt voor iedere geslaagde poging een beloning. In dit stadium is het belangrijk dat de hond niet te opgewonden is en dat u in alle rust het commando geeft.
Mocht de hond het niet uitvoeren dan geeft u de hond een ander bekend commando bijvoorbeeld ‘af’ en laat u de hond een halve minuut liggen zonder dat u hem aandacht geeft. Daarna herhaalt u het commando ‘los’ en beloont de hond voor goed gedrag. Wat we de hond nu willen leren is dat het niet loslaten betekent dat hij niet krijgt wat hij graag wil hebben. Voorwaarde hiervoor blijft dat de hond het ruilobject als beloning ziet. Pas als ook deze oefening goed gaat kunt u het gaan proberen op andere plekken en onder andere omstandigheden. En dat oefenen op andere plekken mag u niet overslaan want voor mensen is het duidelijk dat ‘los’ in huis hetzelfde is als ‘los’ in de tuin, maar voor een hond is dit niet vanzelfsprekend. Help uw hond de eerste keer dat u in een andere situatie met hem oefent en ga desnoods een aantal stappen terug in het leerproces want het is geen onwil als de hond niet gelijk begrijpt wat u bedoeld. Als de hond onder alle omstandigheden loslaat kunt u langzaam de opwinding gaan vergroten en daarmee voor de hond het loslaten moeilijker maken. Uw heeft nog altijd een ruilobject in de buurt maar gaat nu over tot de onregelmatige interval beloning. Dat betekent dat de hond niet iedere keer als hij iets loslaat een beloning krijgt maar zo af en toe en dan nog op voor de hond niet te voorspellen momenten. Heeft u een hond die agressie gaat vertonen als hij een voorwerp heeft, tanden laten zien, grommen, uitvallen, dan is het niet verstandig om zonder hulp van een gedragstherapeut deze oefeningen te doen.
© Debbie Rijnders / Tinley
Dit artikel is eerder verschenen, bewerkt in 2014.
Er zijn verschillende manieren waarop een hond het loscommando aangeleerd kan worden. De methodes verschillen in de manier waarop het loslaten van het speeltje wordt uitgelokt, en verschillen ook in de timing van het toedienen van het commando. In de meeste gevallen is het toevoegen van het commando het meest efficient als het commando gezegd wordt voordat de hond het gewenste gedrag uitvoert. Zo leert de hond dat het een voorspeller wordt van zijn gedrag. Maar in bovenstaand verhaal is juist te lezen dat dit door veel eigenaren verkeerd wordt toegepast waardoor de hond een andere associatie heeft gelegd. In de dagelijkse praktijk geven veel mensen tegelijkertijd het commando; dus tijdens het uitvoeren van gedrag. Dit kan zeker werken, maar geeft een grotere foutenkans. Bij het aanleren van sommige gedragingen kies je ervoor om een commando tegelijkertijd of achteraf te zeggen, maar het doel uiteindelijk is om het naar voren te schuiven zodat het een commando is; de hond hoort het dan en gaat vervolgens pas zijn gedrag uitvoeren. |